Nescio
(1976)–Thijs Wierema, [tijdschrift] Engelbewaarder, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 29]
| |
Brieven (1)In 1950 leerde Nescio een schoolmeisje - de tegenwoordige mevrouw A. Eijkelboom-Dik uit Dordrecht - kennen, dat de schrijver was komen opzoeken in verband met een opstel dat zij maakte over het werk van Nescio. Enige tijd later moest dit meisje worden opgenomen in een rusthuis, waar ze een aantal brieven en prentbriefkaarten kreeg van de altijd door het land zwervende Nescio. | |
Amsterdam, 1 Maart 1951.Anjecita! Daar lig je nu, blijkbaar even onverstoorbaar als tevoor. Wij hebben gisteravond nog eens weer met je moeder getelefoneerd en de berichten waren goed, met geduld zal alles in orde komen. - Kun je de wolken zien? Het wordt voorjaar, pobrecita. Maar je zult nog zooveel lentes beleven. En waffoorre! Zaterdagochtend heb ik op het stoeltje van den bloemenman gezeten op het Leidscheplein, in het zonnetje en op het visitekaartje geschreven en hij heeft met z'n mes een gaatje er in gemaakt en daar een steeltje doorgetrokken. Erg behulpzaam, hij had trouwens nix te doen dan maar bij al die geligheid en paarsigheid en wit en rood te zitten. Dus je leest van ‘bakers oudje’ en ‘Friskuus’ zei de juffrouw van den koekebakker met een pruimenmondje dat fatsoen beteekende. En van Stoffel die bessen met suiker had zitten drinken voor de ‘Nederlanden’ en Leentje hattum gezien. En van de kinderen die ‘iets’ hadden omgegooid dat door de vloer lekte naar de juffrouw beneden. En ‘Skenkerissin Trui. Skenkerissin maar blaas eerst 's in de tuit want er zit een blaadje voor’. En van Ouwetijd en Kopperlith en de jongeheeren Eugène en Pompile.Ga naar voetnoot*) Hoe is 't, lees je Fransch makkelijk? 't Is maar voor het geval dat ik eens tegen iets voor je oploop. Hierbij een blad van De Telegraaf van 28 Febr, ik dacht dat zal haar wel interesseeren. Een van de twaalf is nog niet zoò fraai, probeer eens twaalf namen op te diepen uit 1600-1650 of uit 1850-1900, je komt er niet als je er niet een stel stekeltjes bij neemt. Hoeveel Sapho's hebben al die eeuwen voortgebracht? Volgende keer beter. | |
[pagina 30]
| |
Dat bijschrift bij m'n naam blijft geheel voor rekening v/d Telegraaf. Het is een onjuist resumé van een gesprek dat ik heb gehad met twee heeren, met camera, die me kwamen opzoeken.Ga naar voetnoot*) Den volgende maal een brief op een blocnotevelletje en in een gewone envelop van Winter.Ga naar voetnoot**) Den eersten keer heb ik jouw en mijn stand willen ophouden. Moed en geduld. Vale. J.H.F. Grönloh en echtg. | |
Amsterdam, 17 Mei 1951Anjetje, Nee, we wisten het nog niet dat je in Nunspeet was. Uit je brief ademt ons het herstellingsoord tegemoet. We zien er ook wat dor terrein bij met dennestammetjes en, bij vergissing, een bloeiende witte rhododendron (genaamd wit dondendron door onze op één na jongste). Wat heb je wel voor gekke dingen geleerd in het Latijn? Aanvaard van ons dit kleine presentje. Het is een gezellig boekje.Ga naar voetnoot***) ‘Who do you think you are?’ zeggen ze telkens tegen haar en ik hoor mijn vader weer tegen me zeggen: ‘Wie denk je eigenlijk dat je bent?’ Ik begreep daar toen nix van; ik heb trouwens van die menschen nooit iets begrepen, vandaar ‘de Uitvreter’ enz. Houd ons wat op de hoogte, he? Wanneer ben je beter? Krijg je wel eens bezoek? Zeg, dat oord heet toch niet Moira? We zijn 10 dagen geleden naar Limburg geweest, waar alles bloeide. En overal van die Werther boomen, zonder Werther. En de Maas: de weg, de waarheid en het leven. Wel eens een ri- | |
[pagina 31]
| |
vier zien stroomen? Dag, houd je goed en prettige conversatie.
J.H.F. Grönloh. | |
Amsterdam, 8 Augustus 1951.Beste juffrouw Dik. Wat ziet dat er raar uit, net of je 40 bent en truitjes haakt. Laten we het liever houden op ‘Anjetje’. Leuk dat je geschreven hebt. Die photoGa naar voetnoot*) wordt dus nu toch eindelijk gemaakt, ik hoop spoedig goed nieuws te hooren. Deze maand zijn we op Groet (bij Schoorl), Achterweg 161, in het huis van mevr. Dehee. Waarschijnlijk tot den 27sten, maar af en toe zal ik even in Amsterdam zijn. Zoo heb ik dan vandaag je brief hier gevonden, nadat ik je net gisteren een briefkaart uit Bergen had gestuurd. Ken je Bergen binnen? Een urbaan plaatsje, met twee aardige hotelletjes bij de ruïne, tal van koekebakkers & sigarenwinkels en zelfs een vrij goeie ‘middelbrow’ boekwinkel. Er moeten nogal wat halve-garen wonen, maar die zie je niet. En een niet àl te banale drukte van zomergasten. - Amsterdam is ietwat leeg en klef, wordt weer goed in October. Ja, Annie Schmidt. De meeste schrijvers & dichters (bijna alle) schrijven & dichten te veel. Is het een maal je vak dan moet de huur er uit komen. Ruim 6 weken geleden heb ik de dame een briefje geschreven, ik die nooit correspondeer, om haar te zeggen dat ik zoo'n schik in die gedichtjes had gehad. Geen antwoord. Ik ben verleden bij uws pa geweest en die heeft me verteld dat je erg ondeugend bent geweest, je hebt Vestdijk niet mooi gevonden. Nou, ik ben het heelemaal met je eens, maar zulke dingen kun je beter zeggen als je éénmaal door je eind-examen bent. Daar is ook nog Bordewijk! Hoe heb je eigenlijk The horse's Mouth gevonden? Heb jij kunnen begrijpen waarom het de Paardebek heet? Ik niet en ik dacht nog al dat ik aardig thuis was in Engelsch en Engelschen. Je zult gemerkt hebben dat we vorige maand in Zeeland zijn geweest, 4 dagen met z'n vieren (de Boassen waren mee). Een glorie van | |
[pagina 32]
| |
breeie waters: Hollandsch diep, Oosterschelde, Veersche gat, Westerschelde bij Breskens, Westerschelde bij Terneuzen, Zierikzee, Vlissingen etc. etc. We hebben ook nog een hoekje van Brabant verkend, ten zuiden van Bergen op Zoom, naar Putte toe (a/d grens, a/d weg naar Antwerpen). Daar wonen nog menscheneters die grinniken als je vraagt: ‘Is dit Woensdrecht?’ Van die kafferoide vegetaties, zooals je die in het Noorden ook nog wel hebt, vroeger bevolkten ze heel Nederland. Nou we hopen dat we je spoedig weer eens in ons stoeltje zullen zien zitten bij het kacheltje (dat er nu niet is).
Hartelijke Groeten, J.H.F. Grönloh. | |
Amsterdam, 8 Sept '51Anjecita, Dus moet je maar weer geduldig zijn. Enfin, lees het maar weg & blijf de onverstoorbare Anje. Zal wel eens niet meevallen, he? Ik heb ook nog eens tegen een dokter gezegd dat de philosophie de eigenaardigheid had dat je er niet veel aan hebt wanneer je d'r noodig hebt. Ja, ik zit nog al eens hier en daar, heb ook weer eens aan het Marsdiep gestaan. En nu is er een heel aardige kans dat ik midden volgende week gelegenheid vind nog eens in Nunspeet te verschijnen, ik hoop maar dat je dat leuk vindt. 30 Augs zijn we uit Groet thuisgekomen. Het was er veel nat en winderig. We hadden een aardig huisje van alle gemakken verstoken, maar alles bij elkaar was het er niet slecht. De duinen zijn er mooi, er is een fietspad van Camperduin naar Bergen door de duinen. 17 Augs was zoo een volmaakte zomerdag, zooals je je 's winters den zomer voorstelt en toen heb ik me voor het eerst op de fiets daarin gewaagd, diepe valleien en ruime valleien met bloeiende hei en een waterplasje in gras met een schilderend & verlaten schildertje en looflanen met geheimzinnige kruisingen met andere paden naar Bergen. 't Was beurtelings Beluchistan, Yorkshire, 't Lake district (zonder lakes), Sichem, de Gortelsche bosschen en Limburg. Kan me voorstellen hoe het was voor je om weer eens een stukje | |
[pagina 33]
| |
vlak open land te zien. De benauwenis van dennenstammen, Amblève dalen en Gotthard routes. En nu bewaar ik de rest van m'n verhalen tot volgende week misschien en anders krijg je nog wel eens zoo'n paar geschiedenisjes op papier. Dag van ons beiden & houd je maar Anje-taai. We zijn gezellig verbrand uit Groet teruggekomen.
J.H.F. Grönloh. | |
Amsterdam, 18 October 1951Anjecita, Leuk dat je hebt geschreven. Dus je blijft daar maar liggen & loopen. De tijd vliegt om, schrijf je, maar je zou toch niet graag altijd daar blijven met dien vliegenden tijd? Ja, de bladen vallen alweer van de boomen, soms dalen ze neer als een regen en het is alweer bijna een jaar geleden dat je voor het eerst onze trap op kwam. Het kacheltje staat alweer, dus schiet maar op. De terugreis dien middag uit Nunspeet was niet onaardig. Met zon. Toen kwam je om 6 uur nog met zon aan. - Den Zaterdag daarop ben ik ook naar Groningen gegaan, een fijn reisje over Stavoren, door een zomerschen ietwat neveligen ochtend en uit Groningen hebben we je een briefkaart van den Martini gestuurd. [........Ga naar voetnoot*)] Dus houd je maar goed, er staat je nog veel te wachten.
Hartelijke Groeten, J.H.F. Grönloh. | |
[pagina 34]
| |
niet altijd onverstoorbaar bent. Welgefeliciteerd hoor. En wanneer je terug bent & je ouders weer aan je gewend zijn, dan moeten jullie eens alle drie hier komen op een heel klein avondje. Brief ontvangen. Je komt nu gauw uit de natte & koude bosschen, die ook wel mooi zijn. De brink in Muiderberg was gisteren heel bizonder. Maar over een goed half uur wordt de bus gelicht, dus ik heb geen tijd voor lyriek. Ja, op een schoenmakertje lijk je gelukkig nix. Ik hoor nog wel eens hoe je het er hebt afgebracht. ......Ga naar voetnoot*) Het schoone najaar heb ik zooveel mogelijk uitgezogen. Den 17den October heb ik weer eens in het gras gezeten met m'n rug tegen een wilg en in den boomgaard der Nesperiden gekeken. De appeltjes hingen tusschen de bladen & tegen twee boomen stond een ladder. Overal weidde dien dag Jupiter z'n vee a/d voet van den Olympus (heeft die een voet?) en overal doken zoo maar de nymphen uit de Vecht op. De dochter van Pharao wandelde langs de Egyptische Koningsboomen. Dies Memorabilis en lekker warm. Où sont les automnes d'antan? Hier en daar staat nog een restje van den zomer, bladen zitten geplakt op het asphalt, tant en emporte le vent. Op een helderen ochtend ben ik naar Weesp gefietst, recht tegen de zon - goud op de Gaasp, & uit Weesp heb ik Anje een briefkaart gestuurd v/h stadhuis, dat, in het klein, herinnert aan het paleis op den Dam. De Jodenbreestraat staat/ligt op je te wachten. En nogmaals, van harte. Tot ziens hopen we, J.H.F. Grönloh. |
|