De kat
Vrijdag
Wel kinderen, wat ik jullie nu ga vertellen...! Er is vandaag iets vreselijks gebeurd. Ha, ik zie al dat jullie nieuwsgierig worden. Dus laat ik niet te lang wachten. Vanmorgen kwam er een dier voorbij, dat ik nog nooit eerder had gezien. Zijn vel was grijs, met allemaal donkere strepen. Zijn staart stond rechtop. Het vreemde dier had grote, groene ogen. Kniep en Knoep hadden zich onder het huis verscholen. ‘Een KAT, Knoep!’ fluisterde Kniep. Zijn stem klonk hees van angst. ‘Je hebt gelijk, Kniep!’ piepte Knoep terug.
‘Ssst, dommerik!’ siste Kniep. ‘Als je zo hard piept, hoort die kat ons en dan eet hij ons op met huid en haar, en jou het eerst!’
Mijn gunst, dus dat vreemde akelige dier zou hen opeten! Al waren ze de laatste tijd niet zo aardig meer, dit kon ik toch niet laten gebeuren? Ik wilde geen lafaard zijn! Toen gebeurde er iets heel geks, ik kon dat beest gewoon niet verdragen. Hij kwam dichterbij, en keek mij strak aan met die grote groene ogen. Al mijn haren gingen recht overeind staan. Voor ik er erg in had, was het al gebeurd.