ik een lid van de rattenfamilie geworden. Ik zei maar niet dat ik eigenlijk een hond was. Met mijn kleine oren en gladde grijze velletje leek ik ook wel op een rat. En ik probeerde te piepen net als zij.
Vaak speelden ze spelletjes of renden ze zomaar achter elkaar aan. Ik vond wel, dat Kniep en Knoep behoorlijk hard konden rennen voor ratten op leeftijd. Misschien hadden ze wel gejokt en waren ze nog helemaal niet oud. Zeker hadden ze het gezegd om mij harder voor ze te laten werken! Als we dyompo futu speelden onder het huis, verloor ik altijd. En als we voetbalden, schopten Kniep en Knoep vaak tegen mij aan in plaats van tegen de bal. Ik weet zeker dat het niet per ongeluk was.
De etensrestjes die ze voor mij overlieten, werden ook hoe langer hoe minder. Gisteren kreeg ik niets anders dan kippenbotjes en visgraten. Ze waren al zo afgekloven, dat er niets meer aan te eten viel.
Kinderen, ik wilde wel, dat jullie in de buurt waren om mij te helpen. Want ik weet zeker, dat jullie altijd een arm, hongerig dier willen helpen. Maar ik ben alleen, alleen met die gemene ratten. Omdat ze denken dat ik een rat ben, net als zij, mag ik blijven. Alleen daarom. Hoe lang zal ik die komedie nog vol kunnen houden?