Voorwoord
De Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk in Breda is een van de fraaiste gotische kerken van ons land. Ze verrees op de plaats van een kleinere, waarschijnlijk romaanse kerk. De nieuwbouw begon rond 1410 op initiatief van Engelbrecht I, graaf van Nassau-Dillenburg.
De bouw en voorreformatorische inrichting van de kerk getuigen van een culturele bloei die Breda doormaakte, en die ten einde liep toen het hof van de Nassaus de stad verliet. Het hoogtepunt lag in de jaren dertig, nadat in 1530 Hendrik III van Nassau samen met zijn derde echtgenote Mencía de Mendoza uit Spanje in Breda was teruggekeerd. Zijn niet geringe status als vorst binnen de Habsburgse politiek kan worden afgelezen aan de inrichting van het Herenkoor met de bijzondere grafmonumenten, gebrandschilderde ramen en gewelfschilderingen. Ze zijn het werk van destijds toonaangevende kunstenaars, die Hendrik III ook had ingehuurd voor de bouw en decoratie van zijn renaissancepaleis, dat eveneens getuigt van die unieke bloeiperiode van Breda. In die zin vormt de voor u liggende publicatie over de Onze-Lieve-Vrouwekerk een tweeluik met de monografie over het paleis die in 1999 in dezelfde reeks De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst is gepubliceerd.
Graag wil ik iedereen bedanken die op enigerlei wijze aan de totstandkoming van het boek heeft bijgedragen. In de eerste plaats de auteurs, met naam genoemd in het ten geleide en prof. dr. A.M. Koldeweij voor zijn werk met zijn doctoraalwerkgroep Kunstgeschiedenis (Universiteit Nijmegen) die bovendien mederedacteur was van het boek. Graag dank ik ook de Stichting Kerkelijk Kunstbezit Nederland te Utrecht, het Breda's Museum en het Stadsarchief te Breda voor hun medewerking aan het boek. Van de Rijksdienst dank ik de fotografen Chris Booms, Gerard Dukker, Paul van Galen en Kris Roderburg voor de verzorging van het beeldmateriaal, Rudi van Straten en Onno Wiersma voor het onderzoek naar de dispositie van het orgel en Margo van der Sluys voor haar werk aan de bibliografie. Bijzonder dankbaar ben ik ook Gerard van Wezel, de samensteller, medeauteur en eindredacteur van het boek. Als resultaat van een bijzondere samenwerking tussen verschillende auteurs onder zijn leiding verschaft deze monografie inzicht in de geschiedenis van de kerk en het interieur, die alleen al vanwege de ingrijpende restauraties in de twintigste eeuw niet altijd meer zichtbaar is. Samen met de monografie over het paleis van Hendrik III verrijkt het ook de kennis over de introductie van de renaissancestijl in de Nederlanden.
Fons Asselbergs
Directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg