Waarschouwing.
Op toekomende Maandag, zal ik den leezer het onvervalscht karakter van de dichtkunde geeven, door eenige aanmerkingen op de hedendaagsche dichters, en voor al op de dichtkunde,
[p. 16] Na welk richtsnoer Klaas, en Jan,
Het krytbleek Fransje, en Kees, dien dronken akkerman,
En noch een grootre tal, waar van ik niet wil kikken,
Hun styl en vinding konnen schikken.
Het was wel zo nut, dat die Simpliciaanen een bokaal in de vuyst greepen, als een pen, en dat zy oordeelden over de smaak, in stee van over den zin, of styl. Maar in alle geval wat raakt het my, dat men een bloot mes aan een onnozel wicht, een gelaaden pistool aan een vertoornt wyf, of een traktaat over de zeevaart toevertrouwt aan een heyboer, mids dat ik my zulks niet behoef te verwyten.
EYNDE.
Gedrukt voor den Autheur, en werden uitgegeeven
Te Utrecht by W. Kroon. Amsterdam H. Uitwerf, en
G. Bouman. Leiden Wishof. Hage Fr. Bouquet.
Dordrecht Van Braam. Delft Bool. Zardam
Ketel. Haerlem J. van Lee.
Thiel J. van Leeuwen.