Den Laplandschen tovertrommel(1994)–Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 15] Het verlooren paradys, Als ik met vreeze het verlooren Paradys, En 't heylig heldendicht, by Seraphynen tongen Dien zanger ingestort, hoogdraavent voorgezongen, Doorlees, walght my terstont uw neerduyts, koud als ys. Ik zie tonneelen vol verbaasdheyt voor myne oogen, Myn ziel wort opgetoogen, Door 't schitterent hemels heir, den lusthof Eden, en 't Verschriklyk hol des doods, door Miltons fenixpen Zo heerlyk afgemaalt als waare het naar het leeven. Terwyl 't hoogachtbaar tal dier vaarzen my doet beeven, Daar zyne Zanggodin dat heir in order stelt, En het azuur gesticht doet dav'ren door 't gewelt Eens trotsen engels, gil ik uyt in deeze klanken, Men heeft aan Milton dien triomf op nieuws te danken! Doch als uw loome nachtuyls veer, In 't deerlyk Nederduyts, dien held ontrukt zyn eer, Doem ik uw lompe schagt alleenlyk tot het schryven Van vaatsche recipe's voor Haarlems oude wyven; Of wel, verschuyl uw als een muys By de leproozen in Heer Lems krankzinnighuys. Afvallig rymer! ghy vernielt in uw vertaaling Zyn onnavolglyk dicht, en bouwt een babel dwaaling; Ghy hebt, ik zeg het uw, langs die vernieuwde twist, Gelyk als Lucifer het Paradys gemist. Vorige Volgende