beveelen. Ghy weet en zyt bekent met de Liefde, en zult derhalve medelyden gevoelen, verhoop ik, met eene die behebt is met dat zelve Ongemak. Den Galant, zonder verder omslag, vatte haar op 't woord, en was zo beleeft van voor Priester te speelen, dewyl zy haar aanbood tot de Offerhande. Hy ontlatste haar van dat stuk waar over zy klaagde, en bekende dat hy nooit vermaakelyker ogenblikken had gesmaakt geduurende zyn leeven. De Kusjes van getrouwde Vrouwen zyn doorgaans smaakeloos; de Kusjes van loonzuchtige Theresiaanenzyn walcghelyk en bedrieglyk; maar de Kusjes van een onnoozele en ongeleerde Maagd zyn oprecht, en gevolglyk de alderlekkerste. Ons paar Gelieven scheen te bezwymen onder het gewelt van die Ziels en Licghaams beweeging; de zielen dier Gelieven vloogen en drêven op haare wieken boven de lippen, maar de onafgebrookene Kusjes ontzeyden haar den doortogt.
Onderwyl dat de goude ogenblikken verdweenen in die verrukkingen, kwam Madame, die eene Opstyging van Jaloesy had opgevat over dat lang verblyf, zachtjes in de bruyloftssaal aanslurven, en verraschte het paar in die misdaadige omstandighêden. Het ontlaste Meysje onderging de eerste uytwerksels van haar verbolgendheyt, zy krabde, beet, en sleurde het met de haairen langs de vloer; doch die ongelukkige Poes smeekte haar om eenmaal te overweegen, dat alhoewel haar kwaadaardig gestarnt haar tot een slavin had gemaakt op deeze weerelt, waar in zy schuld nog deel had, zy echter niet was misgedeelt in de sterkste neygingen van haar Sexe: Dat de Liefde een heerszuchtige Godes was; dewelke eenmaal de ziel gewelddaadiglyk verkracht hebbende, niet gaarn de bezitting opgeeft, gelyk als Mevrouw by de ervaarendheyt had ondervonden. Weshalve, Mevrouw (sprak zy) ter liefde van de Liefde, onze algemeene Meestres, wiens jok wy beyden torssen, vergeef my myn Onbescheyd, dat ten slimsten genomen, maar de vrucht is geweest van eene eenvoudige nieuwsgierigheyt, eene algemeene ziekte onder alle de Vrouwen. Die klachten, zo eenvoudiglyk uytgesprooken, stilden de raazerny van Mevrouw, die haaren Minnaar by de hand nam, en hem aldus beschimpte. Ik bevind, (riep zy) dat je zommige luyden slacht, die liever zuure druyven willen snoepen, dan na de rype te