Heer Echo des Weerelds.
Het Kompas zal veel eer het gelieft Noorden verzaaken, ook zal de Zonnebloem zig liever afwenden van zyn beminde Dagtoorts, dan dat een Guyt de rechtvaardige Wraak zal ontspringen; als by voorbeelt.
Voorleede Dynsdag zag een belêdigt Heerschap een Os, zo hem docht, gezêren in de Stuurstoel van een Dorpsschuyt komen aandryven, na by de Voetangel. Dat Wanschepsel had zig vermomt in een geele Nachtmuts, wel eer by dat half Slag gebruykt in het stempelen van verbode Zilverlingen; doch geen Vermomming is bestendig tegens het Arends Onderzoek van een paar scharpziende blikken. Fluks storte dat Heerschap als een Onweer neder op dat Ondier, en speelde met zyn Rotting als met een Molenwiek op de hoornen des Os, die onder die pynlyke straf zig met het geluyt eens Weerwolfs poogde te dekken voor die Wraak. Wat Duy**l, myn Vriend, (riep een van de Aanschouwers) het is den Reus Kakus, zie wel uyt je Oogen. Zo veels te beter, (repliceerde den Strafoefenaar) dan rabraak ik in een Wanschepsel een Moordenaar.
Sapienti sat est.