ven wy ruym Veertien dagen, tot dat wy onze Schade hadden gerepareert, en liepen toen weer in Zee met een Zuyd-Oostenwind, zynde de Wind meestentyds West of Zuyd-west, tot dat wy na gissing ses en vyftig Mylen hadden gezeylt, en ons bevonden op de hoogte van 59. Graaden Noordwaards, alwaar ons een Kalmte met zo een dikke Mist overviel, dat wy malkankeren tegens het Lyfliepen, als Uylen die in de Zon hebben gekeeken. Den Kapiteyn beval aan een Matroos van eens in de Mars te vliegen om te zien, of het om hoog ook zo mistig was, welke Matroos in het opkrabbelen het Gebulk Van een Koe hoorde, en zulks aan den Kapiteyn waarschouwde, die fluks andwoorde Damme! dat liegje als de Donder, Vent, doch te naauwer noot had hy zelfs de achtste sport van de Zeeladder
bereykt of hy hoorde 'er een Stier by loeïen, waar op hy neerwaards glee zo bleek als een geschilderde Dood. Hy verbeelde zig dat het Kompas de schelm had gespeelt, en dat zy vervallen waaren op eenig gedeelte van Schotland of Yrland, waar op hy een Seynschoot liet doen, op hoop dat 'er een Lootsboot op zou afkomen, om hem veyliglyk te lootsen in de Haven, tot dat de Mist opklaarde. Maar zo dra was dat Stuk niet gelost, of de Mist klaarde op, en het Schip ley zo na-by 't Land, dat men het met een steen kon bereyken. Aanstonds wierp men het Dieploot uyt, dat Grond Vadem op zevenadem, waar op den Kapiteyn de Boot bemant met ses Man en den Kommandeur dee uytzetten, om te onderzoeken op wat Kust dat het Schip was verzeylt. Zo dra waaren zy niet geland of zy wierden aangeranst by een groote meenigte kleyne Kaboutermannekes, hoog twee Voet en drie Duymen, gewapent met pylen en boogen, die zy eerst aanzagen voor Kinders, tot dat die hun ontfongen met een Salvo van Schichten, en een Sloeproeyer doodschooten, en den Kommandeur en nog drie Gemeenen kwetsten, daar op retireerden zy zip na de Boot en brogten dat Nieuws aan boord, waar op den Kapiteyn de Sloep dee bemannen met vyf-en-twintig der stoutste Matroozen, gewapent met Snaphaanen en met Scheepshouwers, om een tweede Landing te beproeven. Zo gezegt en zo gedaan, en het Scheepsvolk lande aan een andere hoek des Eylands,