Den echo des weerelds. Deel 1
(1726)–Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtvrij
[pagina 209]
| |
No. 27 | |
Maandag, den 22. April, 1726.Ce font des Gens perdus qui viellissent fur l'Astrologie judiciaire, la Quadrature du Cercle, & la Pierre Philosophale. Ik geef my uyt voor een groot Starrekyker door de genade der Starren, want ik ben afkomstig in de mannelyke Lyn van Antonio Magino, die eertyds het Orakel was der Bouloneesche Almanakx-filosoofan, en die als nog het wonder is der Bataassche Weerwysen. Ik heb een natuurlyke Geneygdheyt om te slaapen by dag, en op te zitten by nacht, slaapende betracht ik het Aspect der vaste Starren, en waakende bestudeer ik de dwaalende Planeeten; en die Methode maakt een volmaakt Astrologant. Dat nu zo een Persoon de vereyschte Bekwaamheden heeft, | |
[pagina 210]
| |
om zig op te werpen tot een Geneesheerheer, tot een Ga naar voetnoot* Wondarts, tot een Paerdesmit, tot een Ontdekker van gestoole Goederen, tot een Dorps Urinaal Heylig, tot een Uytlegger van Jakob Bohms, en tot een Vertaalder van van Helmonts Orakel-schriften, zal ons niemant ontwringen. Die daar iets tegen heeft, kan en mag ons verwyten, dat alle Voorzeggingen belacghelyk, alle Starrekykers Bedriegers, en alle Almanakx Geloofsgenooten, Narren zyn, zonder dat wy ons dat Verwyt eens zullen aantrekken. Zo hoog zyn wy reeds geklommen, vive l'Esprit & la Patience! |
|