ô! Wat is ons geluk groot! geheele dagen zitten wij nu samen, verhaalen elkander onze lotgevallen; en menigmaal sluit het genoegen onze lippen; want wij zijn enkel liefde. -
Ik schrijve u deezen uit Nymegen, want wij zijn thans aan het huis van frederik gelogeerd. - Zijne madelon is eene allerliefste Dame, die zijne keuze eer aandoet. - Het is jammer dat zij in omstandigheden is, die haar beletten zóó in de vreugd te deelen, als zij wel geneigd zou zijn. - Die vrienden verkiezen nu ons niet te laaten vertrekken, voor dat wij vereenigd zijn - en alle vrienden, die betrekking op ons hebben, moeten naar Nymegen komen, zegt madelon; want zij kan niet van huis, en wil volstrekt ons huwelijksfeest bijwoonen. - Kom dan, mijne vriendin! met uwen westerland, mijne genoegens vermeerderen - weest gijlieden ook getuigen van onze rechtmaatige vreugde. - Frederik en zijne madelon zullen u overtuigen, dat gastvrijheid en vriendschap bij hun woonen. - Zoo dra gij dan deezen in handen krijgt, smijt alles weg waaraan gij bezig zijt, en kom in aller ijl. -
Het is iets zonderlings, den braaven kruijer onder al dat heil dat wij genieten, te zien heen worstelen; hij is met henry hartlijk ingenomen, en dringt maar op de voordzetting van ons huwelijk aan. -
Nu, vriendin! ik geeve u vrijheid - ja, volkomen vrijheid, om deezen aan uwen westerland te laaten leezen. -