in. - Spraakloos staarde hij therese aan, die hem in de armen ijlde. - Dan, welke pen zal nu krachtig genoeg de tederheid uitdrukken, met welke deeze ontmoeting verzeld ging? - Ik heb er geen vermogen toe, lieve madelon! er zijn tot nog toe geene woorden bekend om dit uittedrukken - al wat ik er van zeggen kan is dit: dat ik dacht, dat die twee Gelieven nooit weêr uit elkanders armen zouden gekomen zijn. -
Na dat de eerste vervoering wat bedaard was, de tedere Gelieven tot zich zelven gekomen waren, en elk van hun geloofde niet te droomen, maar elkander weder gevonden te hebben, werden er honderde vraagen gedaan, welke de liefde hun ingaf. - Eindelijk viel het gesprek over de wijze op welke therese was wedergevonden.
‘Weet gij’, vroeg therese aan haaren powhatan, ‘wie mij in uwe armen gebragt heeft?’ -
Hij. ‘De Algoedheid.’ -
Zij. ‘Dit is waar - Zij bestuurde den edelsten sterveling, welke mij aan de woede der vlamme ontrukte. - gij kent hem - 't is uw vriend.’ -
Hij. (Mij aanziende.) ‘Och! - is het mijn vriend frederik.’ -
Zij. ‘Ik mistrouw zijne braafheid geenzins - maar - henry was mijn redder.’ -
Hij. ‘Henry! - henry! - ô! waar is mijn Weldoener? - dat ik hem aan mijn, van dankbaarheid, kloppend hart drukke - therese! - waar is hij?’ -