Henry en Louize
(1794)–Cornelia L. van der Weyde– AuteursrechtvrijTweede deel
Negen-entwintigste brief.
| |
[pagina 119]
| |
er bijvoeg, dat deeze geroemde Schoonheid eene Hollandsche Dame is, die met een Oom, of zoo iets diergelijks, een vreemd Officier, en eene Housekeeper Ga naar voetnoot(*) de Baden komt gebruiken. - Ik weet wel, de Hollanders staan bij u in een kwaad blaadjen - evenwel, als er meer zulke meisjens bij de Kaaskoopers te vinden waren, dan wierd ik een Emigrant, en gong naar het Waterland mijne Guinies verteeren. - Mij dunkt ik hoor u al zeggen: altemaal wind - maar dat is het niet voor den duivel! kom hier, en zie zelf of er wel schooner vrouw in de waereld is. - Gij weet ik kwam hier - mijne eerzaame Tante madisson medesleepende, benevens haare twee aartige nichtjens jones - die God geleide - zeggen de zeebrieven - Die meisjens, daar zou nog wel iets goeds van te maaken zijn, maar de Oude zit haar altijd op de hielen - nu dan, ik verveelde mij als een hond - hoorde dagelijksche Predikatiën over mijn liederlijk leven - zoo als zij het bliefde te noemen; ja, waarachtig, charles! dat dorst zij mij zeggen - en ik - arme duivel! moest dit verdraagen; want zij betaalt mijn geduld tusschen beide nog al wel - als ik maar beterschap beloof. - Laast, op een avond, was ik het geteem zoo moede, dat ik het huis uitliep; - en zie daar hoe somtijds het geluk iemand in den mond vliegt. - In onze straat is een huis, waar- | |
[pagina 120]
| |
in kamers verhuurd worden - omtrent te gelijk met mijne komst voor dat huis hield er eene reiskoets, met post-paerden bespannen, stil. - Ik ben juist niet verlegen, weetje? charles! en moest zien wat daar uit zou komen. - De eerste was de Oom, dien ik in het Fransch verwelkoomde; maar hij antwoordde mij in goed Engelsch, en dus was de kennis gemaakt - Nichtjen kwam te voorschijn met alle haare bekoorlijkheden - echter een weinig bleek - misschien door vermoeijing. - De Officier is een Americaan - en de Housekeeper was gelijk alle Housekeepers. - Ik verlangde om dat Gezelschap nader te leeren kennen, en bood den Oom mijnen geringen dienst aan, wijl zij hier toch vreemd waren. - De vent is niet zoo bars als men gewoonlijk de Opzichters van mooije meisjens vindt - ô neen! - hij verzogt mij een kop koffij te drinken; want hij scheen daar op gesteld te zijn. - Ik wilde u gaerne dit godlijk Meisjen beschrijven, maar dit is niet mogelijk - zij is allerbeminnelijkst in den omgang - in kort, de tijd vloog zoo schielijk om, dat ik er nog zat, toen een zwarte knecht zijn Meester kwam vraagen, of hij bliefde te eeten? - Oom verzogt mij te blijven; maar ik sprong op en bedankte hem, omdat ik de oude Ma bonne niet dorst laaten wachten. - Ik bood hem mijnen dienst aan, welken hij niet afsloeg, en ik vertrok. - T'huis gekomen, verhaalde ik Tante maddisson mijn wedervaaren, en vroeg haar, of zij die vreemde Lady geen bezoek wilde geeven? zij beloofde dit. - De vrouw is toch zoo kwaad niet. - De nichtjens jones staken de ooren overeind als herten, toen ik van | |
[pagina 121]
| |
deeze Lady sprak. - Bij mijne Ziel! ik geloof dat zij jaloers zijn - als dat waar was dan zat er nog een buitenkansjen op; want daar is schoone gelegenheid om aan de kaas te komen, als de eene vrouw de andere benijdt - maar mondjen toe - ik zal wel oppassen - aan mij zal het niet haperen. - Tante zelf ziet er nog niet verlept uit; - ja, meermaalen gevoelde ik, bij haar onder de boetpreek zittende, grooten lust, om Tante eens met geveld geweer te attaqueeren - 't ergst zou geweest zijn zoo de onderneeming eens mislukte. - - Foei! francis! verbeeld ik mij u te hooren zeggen, dat was bloedschande; - maar kan ik het helpen dat Tante de zonde nog wel eens waerdig is? - ik zou er niet meê trouwen - slechts haar vriendschap bewijzen. - - Het wordt tijd dat ik naar bed gaa, charles! want ik moet morgen vroeg op de proppen, om bij den Hollander te zijn - verwacht spoedig een volgende van mij - en zoo de lust u mogt bekruipen in pelgrimaadjen naar Bath te komen, men zoude u wel ontvangen en aan mijne Schoone voorstellen. - verdoemd! ik heb nooit liefde gevoeld, en nu ben ik verliefd - verliefd als een rekel! - Adieu - antwoord spoedig aan
Uwen getrouwen Vriend,
danville. |
|