plicatie te komen; - nu - die gedienstigheid vertrouw ik maar geheel niet. - Neem mijne aanmerking ten goede. - Ik geloof, dat cecilia u gaerne zelf zou bezitten. - Nu - wij zullen zien hoe of het zal uitkomen, en of ik zoo kwalijk geraaden heb. -
Ik staa met madelon op den zelfden goeden voet; - maar uw geval maakt mij treurig. - Hoor eens, hendrik! ik heb louize nooit gezien, maar ik vrees dat gij, zoo als men zegt, uw éénoogig paerd voor een blind zult verruilen. - Het kan zeer wel zijn, dat cecilia meer kleine attenties voor u laat blijken zorgvuldiger is om uwe zwakke zijde in acht te neemen en intevolgen; maar nimmer zal zij den edelen aart van louize verkrijgen - Uw meisjen is vast goedaartiger van hart. - Ook geloof ik zeer zeker, dat louize u vuuriger bemint dan cecilia; ja, dat gij voor haar noodzaaklijk zijt geworden. - In kort, overleg alles met bedaardheid, dan kan, alles ligt nog te recht komen; maar een meisjen, zoo edeldenkend als louize, zal, eens beledigd zijnde, niet ligt weêr te verzoenen zijn, omdat zij als dan haar minnaar zou verachten - en met hem, dien zij niet eerbiedigt, zal louize nooit paaren. -
Vaarwel! - Overdenk mijne woorden, en schrijf spoedig, aan
Uwen goeden Vriend,
frederik.