vermogen is. - Wij, stervelingen, zijn zoo blind en dom, dat wij dikwijls, indien onze wenschen vervuld wierden, ons zelf en onze vrienden ongelukkig zouden maaken. - De Vader der Geesten weet best wat wij noodig hebben, en Hij zal ons dit wel toeschikken. - Laaten wij, vriend hendrik! altijd de deugd betrachten - onze medemenschen zoo veele diensten bewijzen als wij kunnen, dan zullen wij ook vrede met ons zelven hebben en de zoetste kalmte ondervinden, al liep ons dan ook alles tegen. -
Dat ik mij verblijde over uwe bevordering, is omdat uwe ziel edel en goed is. - Nu - het verstrekt alle braaven tot blijdschap, wanneer weldenkenden tot aanzien verheven worden: - en daar zulks geschiedt, betoont ook de Overheid dat zij verdiensten op haar prijs weet te schatten - ook beurt dit alle eerlijke gemoederen op, die onder zoodanige Regeering leeven. - Maar genoeg hier van, want het schoonste onderwerp, te lang uitgerekt, verveelt.
Uwe gunstige gedachte omtrent mijn droom heeft mij vervrolijkt. - Mogt ik nog eens mijne therese wedervinden! - Ik zal uwen raad volgen, en heb reeds eene naauwkeurige beschrijving van mijne Beminde naar verscheiden plaatsen gezonden, om aldaar in de Nieuwspapieren geplaatst te worden; en of dit niet genoeg ware, meen ik haar zelf te gaan opzoeken; maar ik zal deezen zomer bij u blijven, en ben voorneemens eerstdaags over te komen. -
De Generaal blijft nog aanhoudend bedlegerig.