Henry en Louize
(1794)–Cornelia L. van der Weyde– AuteursrechtvrijEerste deel
[pagina 305]
| |
Evenwel, hoe zeer deeze bevordering voor uwen vriend aangenaam is, gevoelt hij echter dat genoegen niet dat hij anders zou gesmaakt hebben, indien het op een gelegener tijd gekomen ware; immers ben ik daar door verhinderd mijne louize zelf bij haare vriendin cecilia te geleiden, 't geen anders voor mij eene zeer aangenaame taak zoude geweest zijn; maar men moet evenwel de gunsten der fortuin niet verwaarloozen, als zij ons toelacht - als eens het bekwaame tijdstip, tot bevordering, voorbij vliegt, komt het soms nooit weder; want gij weet hoe men de grillige Dame afschildert, met lokken van vooren, maar het hoofd van achteren kaal. - Nu - morgen denk ik weêr van hier naar het Guarnizoen te trekken, waar ik, geduurende de Exercitie, drukke bezigheden zal hebben; maar dit is niets, met een werkzaamen geest en den tijd niet te verslaapen kan men veel verrichten. - Ik heb, waerdig vriend! uwen droom met opmerking geleezen - hij komt mij zeer wonderlijk voor. - Droomen zijn bedrog, zegt het oude spreekwoord - en zeker, hij die zijne droomen tot een richtsnoer van zijn gedrag stelde, behoorde in een dolhuis of in eene verzekerde plaats opgeslooten te worden: evenwel, er zijn veele voorbeelden van droomen, die door de uitkomst zijn bewaarheid geworden - ik kan het niet helpen, maar het komt mij zeer waarschijnlijk voor, dat onze ziel een zeker voorgevoel van het toekomende heeft, dat somtijds sterker, dan eens flaauwer is: - en zoo, dunkt mij; zouden de meeste lie- | |
[pagina 306]
| |
den zich herinneren kunnen, wel eens iets gedroomd te hebben, dat naderhand is uitgekomen of gebeurde, indien zij hunne droomen onthouden hadden; - bij mij is zulks ten minsten meermaalen geschied. - Ik raade u dus steeds moed te houden, dat gij uwe therese nog eens zult weder zien - niet omdat uw nachtgezicht u dit aankondigde, maar omdat het zeer mogelijk is. - Zoo dra de Exercitien zijn afgeloopen, gaa ik naar cecilia, de vriendin van mijne louize, op haar Buitenverblijf, - ik ben zeer verlangend die Juffer te leeren kennen, daar mijne Schoone met zoo veel lof van spreekt. - Die meisjens hebben, op mijn verzoek, twee kamers voor mij besproken, bij een discipel van st. cosmus, een Chirurgijn, dezelve zijn in het dorp, digt bij de Buitenplaats. - Ik heb dit verkoozen om meerder vrijheid te genieten: want ik geneer niet gaerne iemand, maar houde ook niet van gebonden te zijn. - Het leven is te kort, om met malle pligtpleegingen versleeten te worden: - ik behoor evenwel niet tot die lieden welke, als de kwaakers, die jij en jouw tegen elk zeggen, geen knoopen aan den rok draagen, en nooit hun hoed afligten; dit is mij weêr te gemaakt - elkander beleefd en vriendlijk behandelen, is, dunkt mij, het waare kenmerk van fatsoenlijke lieden. - Nu - om weêr ter zaak te komen - gij, beste vriend! zult niet weigeren mij te komen zien, als ik bij mijn Chirurgijn gecantonneerd ben; gij hebt mij dit ook beloofd - ik zal u den dag van mijn vertrek bepaalen, dan kunt gij mij daar te B., zoo | |
[pagina 307]
| |
heet het dorp, komen opzoeken - ik verwacht uw antwoord, en denk zekerlijk bij mijne terugkomst u te zullen zien; want ik twijfel geenzins aan uw goed en gevoelig hart. - Het komt mij voor, hier stiller te zijn dan in voorige tijden, toen ik Cadet bij de Guarde was: - de Ingezetenen willen dit niet weeten, maar het is toch waarheid. - Ik heb hier kennis gemaakt met eenen Baron raub, Ritmeester van de Huzaaren: het schijnt een hupsch slag van een mensch te zijn, die met ons, buiten, nader kennis wil maaken - 't is immers niet kwaad dat men met menschen van allerlei stand verkeert? Nu, vriend powhatan! ik hoop u binnen weinig dagen te zien - ik verlang ook dat gij mijn Engelachtig meisjen eens bezoekt - zij is zelfs, op de beschrijving welke ik haar van u gegeeven heb, zeer verlangende om met u te spreeken. - Vaarwel! dierbaare vriend! alle voorspoed moet u vergezellen! en laat ik u verzekeren, dat niemand oprechter uw vriend is, dan
Uw getrouwe
henry. |
|