10.3 Besluit
Begin september 1944 vluchtte het grootste deel van de vnv-leiding samen met enkele duizenden partijgenoten naar Duitsland. Hoewel de propaganda de vnv'ers had ingeprent dat de leiding op alles was voorbereid, kon Hendrik Elias maar de raad geven dat zij die zich gecompromitteerd voelden, beter konden vluchten. De vnv'ers die deze raad opvolgden moesten een beroep doen op de bezetter en op de DeVlag, of moesten op eigen kracht zien weg te komen.
In Duitsland meldde Elias aan Reichskommissar Joseph Grohé dat hij afzag van politieke activiteiten zolang hij in Duitsland was. Hij wilde wel betrokken worden bij de organisatie van de vluchtelingen. Hij vroeg en kreeg de toelating om in Lippstadt en Lüneburg vnv-secretariaten op te richten. Toen hij zich verzette tegen de door de DeVlag opgerichte Landsleiding en zijn volgelingen het consigne gaf niet toe te treden tot de SS-Freiwillige Grenadier-Division Langemarck werd hij ‘kaltgestellt’. Vanaf 9 januari 1945 was hij te gast bij de Gestapo, in een hotel in de bergen tussen Oostenrijk en Duitsland. Elias moest er het definitieve einde afwachten. Zijn volgelingen stonden inmiddels onder zware druk om mee te strijden in de laatste grote gevechten van het Rijk waaraan ze hun politiek lot hadden verbonden.