Greep naar de macht
(1994)–Bruno De Wever– Auteursrechtelijk beschermdVlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945
10.2 Het VNV in DuitslandHendrik Elias en zijn gevolg verlieten België op 4 september, richting Nederland. De vnv-top arriveerde op 5 september in Nijmegen waar hij een stad vol aftrekkende troepen aantrof. Er restte alleen nog de vlucht naar Duitsland. Nijmegen werd ook het verzamelpunt van de Flakbrigade van Christiaan Turcksin. Hij had van het Luftgaukommando de opdracht gekregen zich naar Nijmegen te begeven. In het zog van de Flakbrigade kwam de vnv-top enkele dagen later in Lippstadt aan, waar het bevel van de eenheid gevestigd wasGa naar eind6. Elias had op 13 september 1944 een onderhoud met Joseph Grohé en Eggert Reeder die hun hoofdkwartier in Keulen hadden gevestigd. Elias had om een onderhoud verzocht. De vnv-leider verklaarde geen politieke activiteiten in Duitsland te zullen ontplooien. Hij was | |
[pagina 618]
| |
wel bereid samen te werken met de Nationalsozialistische Volkswohlfahrt (nsv), belast met de opvang van de vluchtelingen uit België. Elias wilde ook samenwerken met andere Vlaamse organisaties met het oog op de materiële organisatie van de Vlaamse vluchtelingen. Om dat mogelijk te maken vroeg hij de toelating om in Lippstadt een vnv-secretariaat op te richten en een bijsecretariaat in Lüneburg (Oost-Hannover), het centrum waar de meeste Vlaamse politieke vluchtelingen werden verzameld. Reeder en Grohé verklaarden zich in principe akkoord. Inmiddels had Elias medewerkers naar Lüneburg gestuurd om er poolshoogte te nemen. Ze kwamen terug met een weinig rooskleurig beeld van de toestand. Materieel en sociaal gezien was de toestand van de vluchtelingen er zeer slechtGa naar eind7. Op de vnv'ers werd buitendien druk uitgeoefend om de partij te verlaten en over te stappen naar de DeVlag. Elias vergewiste zich persoonlijk van de toestand. Hij trachtte de gouwleider van Oost-Hannover te spreken over de wantoestanden. Hij kwam niet verder dan een gesprek met een ondergeschikte die hem meedeelde dat door een beslissing van de Führer Jef Van de Wiele de Landsleider van de Vlamingen was geworden. Elias moest zich tot Van de Wiele wenden en zich te zijner beschikking houden. In die omstandigheden weigerde Elias ieder gesprek. Hij keerde onmiddellijk terug naar LippstadtGa naar eind8. De volgende weken kon Elias vernemen hoe Jef Van de Wiele in Bad Pyrmont bezig was een Landsleiding te vormen. In Bad Pyrmont verzamelden zich een aantal vooraanstaande kaderleden van de DeVlag en de Vlaamse ss om deel te nemen aan de Landsleiding. Ook Edgard Delvo, leider van de uhga en gewezen lid van de Raad van Leiding van het vnv, trad toe. Hij kreeg de leiding van de studiegroep Sociale Zaken. In de werkgroep van Delvo treft men ook de vnv'er Frits Hendriks, gewezen leider van het Rijksarbeidsambt, aan. Later verleenden ook nog dbv-leider Leo Poppe en de Oudenaardse vnv-arrondissementsleider André Van den Berghe hun medewerking. De Limburgse vnv-gouverneur Jozef Lysens zou zich ook hebben aangeslotenGa naar eind9. De medewerking van vnv'ers beperkte zich tot dit groepje. Wanneer Jef Van de Wiele, begin december 1944, in een brief aan de Reichsführer-SS beweerde dat hij voor zijn Volksrat Flandern een beroep kon doen op belangrijke medewerkers uit het vnv, was dat een grove overdrijvingGa naar eind10. De Landsleiding kreeg nog een beschermcomité bestaande uit Cyriel Verschaeve, Antoon Jacob en August Borms. Borms die tot nu toe het vnv had gesteund bekende zich hiermee de facto tot de DeVlag. In heel Duitsland was de DeVlag actief bij de opvang van Vlaamse vluchtelingen. De partij kon gebruik maken van de infrastructuur die ze in de voorbije jaren had opgebouwd door haar activiteiten bij de Vlaamse arbeiders in Duitsland. De adressen van de DeVlag-kantoren in alle gouwhoofdplaatsen verschenen in de DeVlag-pers. De DeVlag kon zich opwerpen als het anker voor de vaak ontredderde Vlaamse vluchtelingen. Naast de opvang van de Vlaamse vluchtelingen had de Landsleiding als voornaamste taak het rekruteren voor de SS-Freiwillige Grenadier-Division Langemarck. Op 18 september 1944 had Heinrich Himmler het bevel gegeven tot de oprichting van een divisie voor Vlaamse Waffen-SS-vrijwilligers met als kern de Sturmbrigade Langemarck. De Landsleiding organiseerde een intensieve werving onder de Vlaamse vluchtelingen. Morele druk, zelfs dwang werd in bepaalde gevallen niet geschuwd. Zo werd in september 1944 door de Landsleiding een ‘arbeidsdienstplicht’ afgekondigd voor jonge mannen en vrouwen en een ‘jeugddienstplicht’ voor mannen van 18 en 19 jaar. Zo konden jonge mensen gemakkelijk onder druk worden gezet om zich te melden, al verschilde de druk van kamp tot kampGa naar eind11. Op de Vlaamse Wacht en de Vlaamse Flakbrigade werd pressie uitgeoefend om in blok toe te treden. Turcksin slaagde erin dankzij de steun van de Luftwaffe de druk te weerstaan. De Vlaamse Wacht werd in blok ingelijfd. Ondanks de druk weigerden enkele hon- | |
[pagina 619]
| |
derden over te stappen naar de Waffen-SS. Ze konden overstappen naar de Flakbrigade of in de Duitse industrie gaan werkenGa naar eind12. In die omstandigheden reisde Elias opnieuw naar Keulen om er Grohé te spreken. Elias wenste uitleg over de benoeming van Jef Van de Wiele en over de consequenties daarvan voor het vnv. De vnv-leider kwam weer terecht bij een ondergeschikte. Elias meldde dat hij de Landsleiding niet erkende en dat het vnv niet zou meewerken. Elias zou nog hebben gemeld dat de vnv'ers niet vrijwillig konden toetreden tot de divisie Langemarck. Hij zou de rekruteringsmethoden van de Landsleiding voor de divisie Langemarck veroordeeld hebben. Het resultaat van zijn demarche was, volgens Elias, dat de aanwerving onder dwang ophield en dat sommigen die in zulke omstandigheden waren toegetreden, ‘entlassen’ werdenGa naar eind13. Of dit zo gebeurde, is helemaal niet zeker. Wat te denken van Elias' bewering dat het voor vnv'ers niet mogelijk was vrijwillig toe te treden tot de divisie Langemarck? Elias sprak daarmee een gecamoufleerd verbod uit. Vanzelfsprekend kon de vnv-leider het niet wagen een regelrecht verbod uit te spreken. Verkeerde de vnv-leider nog in de mogelijkheid om een al dan niet gecamoufleerd verbod te doen naleven? Piet Wyndaele spande zich in om de consignes van de vnv-leider in heel Duitsland te verspreiden. Hij zou ook een tweehonderdtal kernen hebben uitgebouwdGa naar eind14. Over deze activiteiten is nauwelijks iets bekend. Het is niet waarschijnlijk dat het vnv na augustus 1944 nog een noemenswaardig georganiseerd leven heeft geleid. Elias verklaarde zelf dat hij in Lippstadt verbleef als een particulier en er geen enkele politieke activiteit meer uitoefende. Op 18 december 1944 vernam Elias over de radio dat Jef Van de Wiele en Léon Degrelle op respectievelijk 15 en 8 december 1944 werden ontvangen door Joachim von Ribbentrop. Voor de Leiter des flämischen Befreiungskomitees - het ‘von Rundstedtoffensief’ stond voor de deur - was dit een eerste officiële erkenning vanwege de Duitse staat. Elias besefte dat zijn rol nu helemaal was uitgespeeld. Hij was er niet over verwonderd, zo schreef hij na de oorlog, eind december een telegram van de chef van het rsha te hebben ontvangen met het verzoek naar Berlijn te komen voor een gesprek op 22 december 1944. Uiteindelijk geraakte Elias pas op 29 december 1944 in de Duitse hoofdstad. Hij werd er o.m. ontvangen door de hem welbekende sd'er Süß. Hij werd voor de keuze geplaatst: meewerken met Jef Van de Wiele of ‘Vlaanderen nooit meer weerzien’. Elias zou hebben verklaard dat hij weigerde mee te werken. Hij zei wel bereid te zijn, zoals hij dat al in februari 1944 in Salzburg aan Heinrich Himmler had gedaan, zich uit de politiek terug te trekken. Onder de gegeven omstandigheden was hij niet meer bereid het vnv te ontbinden. Dat wou Elias maar doen op Vlaams grondgebied, in aanwezigheid van de Algemene Raad. In een tweede gesprek, 3 januari 1945, kreeg de vnv-leider te horen dat hij Lippstadt zou moeten verlaten om op een onbekende plaats, ergens in de bergen, de ‘gast’ te zijn van het rshaGa naar eind15. Eind december 1944 wist Cyriel Verschaeve al dat tegen Elias ‘entsprechende Maßnahmen’ zouden worden genomen zodat ‘dieses leidige Problem ein für allemal erledigt sein dürfte’. Verschaeve citeerde wat de sd'er Hummitzsch hem had gemeld in een brief aan Albert DeckmijnGa naar eind16. Mogelijk lag Verschaeve mee aan de basis van de maatregelen tegen Elias. Voor Verschaeve waren Elias en zijn medewerker Piet Wyndaele de boze krachten die het werk van de Landsleiding onmogelijk maakten. Dat ze de rekrutering voor de divisie Langemarck tegenwerkten, zat hem biezonder hoog. Op 11 november 1944 noemde Verschaeve de vnv-leider in een brief aan Heinrich Himmler, de hoofdverantwoordelijke voor de moeilijkheden die de Landsleiding ondervondGa naar eind17. Verschaeve beweerde voorts dat Elias vnv'ers aanzette dienst te nemen in de Vlaamse Flakbrigade van Christiaan Turcksin. Volgens hem was Elias er verantwoordelijk voor dat vnv'ers toetraden tot de nskk van waaruit niemand verplicht werd zich te melden voor de Waffen-SS. Van al die feiten was de sd en met name Hummitzsch op de hoogte, schreef Verschaeve. Na ontvangst van de brief van | |
[pagina 620]
| |
Verschaeve gaf de Reichsführer-SS het bevel Elias ‘kaltzustellen’, wat begrepen moet worden als politiek uitschakelenGa naar eind18. Op 9 januari 1945 vertrok Elias onder begeleiding van de Gestapo uit Lippstadt naar een onbekende bestemming. Met zijn medewerkers had hij afgesproken dat bij een eventuele nieuwe bezetting van België, het vnv elke medewerking zou weigeren tot de leider weer in het land was. De nodige schikkingen werden getroffen om dit parool onder de vnv'ers te verspreiden. Elias werd naar Hirschegg gebracht, een stadje in de bergen in Zuid-Duitsland, waar hij in een hotel logeerdeGa naar eind19. Door dit gedwongen isolement namen zijn activiteiten als leider van het vnv definitief een einde. Elias restte maar in zijn ballingsoord de totale nederlaag van Duitsland af te wachten. Over hoe het zijn medestanders verliep tijdens de Götterdämmerung van het Derde Rijk is weinig informatie beschikbaar. Zeker is dat nog druk op hen werd uitgeoefend om het vnv actief in te zetten bij de laatste gevechten. Begin januari 1945 schreef Krug von Nidda dat Joris Vansteenland verklaard zou hebben zich ter beschikking te willen stellen van de Landsleiding als hij ontslagen werd van zijn persoonlijke eed van trouw op Hendrik Elias. De kans was reëel, aldus de diplomaat, dat de leden van de dm in blok zouden overstappen naar Jef Van de WieleGa naar eind20. In zijn laatste aantekening vermeldt Krug von Nidda dat een overeenkomst tussen Jef Van de Wiele en Joris Vansteenland in het verschiet lagGa naar eind21. Hij meende dat de meeste vnv'ers nu wel zouden aansluiten bij het ‘bevrijdingscomité’ van Van de Wiele. Zover kwam het niet. Van een ‘bevrijding’ van België was geen sprake meer na het mislukken van het Ardennenoffensief. Het Rijk waaraan het vnv zijn politiek lot had verbonden stortte in. Een bladzijde in de geschiedenis werd omgeslagen, ook voor het Vlaamsnationalisme. Het vnv was voltooid verleden tijd. Voor de meeste kaderleden en voor duizenden gewone leden van de partij had hun politiek engagement bittere naweeën tot gevolg. In september 1944 barstten in België de repressie en de epuratie los. |
|