Greep naar de macht
(1994)–Bruno De Wever– Auteursrechtelijk beschermdVlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945
9.4 De ledenbewegingHet ledental van het vnv moest bewijzen dat het vnv de enige nationaal-socialistische beweging was met een massale aanhang. In een toespraak in Gent, 17 januari 1943, had Hendrik Elias het over het vnv als een ‘machtig blok, waar meer dan 200.000 bereid zijn zich op dit ogenblik 100% in te zetten’Ga naar eind25. De politieke tegenstrevers van het vnv namen deze cijfers op de korrel. Op 15 april 1943 berichtte de sd dat het vnv volgens zijn gegevens toen zo'n 60 à 70.000 leden teldeGa naar eind26. Gottlob Berger reageerde in juli 1943 wanneer zowel Hendrik Elias als het Militaire Bestuur geregeld 100.000 ‘registrierte Mitglieder’ van het vnv opgaven. De DeVlag had een onderzoek ingesteld en afdeling per afdeling de koppen geteld om zo tot een totaal van 45.816 vnv'ers te komenGa naar eind27. De nauwkeurigheid van dit cijfer doet meteen al twijfels rijzen, te meer omdat Jef Van de Wiele in juli 1943 40.502 leden van de DeVlag opgaf. Men kan zich afvragen of het vnv-getal niet gerelateerd werd aan de DeVlag-sterkte. Een soort van bewijs dat de DeVlag vrijwel even sterk stond als het vnvGa naar eind28. Het is niettemin een belangrijk gegeven dat de tegenstrever van het vnv, die er alle belang bij had het ledental van het vnv zo laag mogelijk te houden, midden 1943, dus ná Stalingrad, het vnv nog zo'n hoog ledental toeschreef. De getalsterkte van het vnv zou daarmee nauwelijks gewijzigd zijn tussen begin 1942 en midden 1943. Vanaf de tweede helft van 1943 komen hoe langer hoe meer geruchten over een dalend ledental van het vnv. Hendrik Elias gaf de terugloop van de ledencijfers zelfs toe aan de poli- | |
[pagina 603]
| |
tieke tegenstander. Toen Richard Jungclaus hem in december 1943 inlichtingen vroeg over het precieze aantal vnv'ers antwoordde Elias dat de laatste telling 96.000 leden opgaf. Daarvan moesten er op z'n minst 10.000 worden afgetrokken die inmiddels waren uitgetreden. Waarschijnlijk zouden het er bij de nieuwe telling in januari 1944 nog minder zijnGa naar eind29. Alleen de mededeling over het dalend aantal leden kan ernstig worden genomen. Het aantal leden dat Elias opgaf was volkomen gefantaseerd. In zijn naoorlogse geschriften bevestigde Elias dat het vnv eind 1943 leden verloor. Het verbod om ook nog lid te zijn van de DeVlag kostte de partij 5% van haar ledenGa naar eind30. Hij geeft nergens absolute getallen. Men begrijpt waarom. Een intern document van april 1944, afkomstig van het algemeen secretariaat, geeft de weinig rooskleurige toestand weer. Waarschijnlijk weerspiegelde het document de situatie op basis van de inning van de contributies voor de eerste helft van 1944. Per arrondissement geeft het het aantal actieve afdelingen en het totaal aantal leden. Vergeleken met de cijfers uit de propaganda werkt de informatie uit het document ontnuchterend. Welgeteld waren er nog 11.386 vnv-ledenGa naar eind31. (Zie Bijlage 2.) Dat was de realiteit in de lente van 1944. Ter relativering kan worden ingebracht dat het document misschien het aantal vnv'ers opgaf dat zijn contributie voor 1944 effectief had betaald en dat de partij nog kon rekenen op sympathisanten die voorzichtigheidshalve of om allerlei andere redenen hun lidmaatschap nog niet hadden vernieuwd. De tabel toont onomstotelijk aan hoe ver de propaganda van de realiteit verwijderd was. Binnenskamers werd in het vnv toegegeven dat de partij sterk achteruitboerdeGa naar eind32. In een artikel in Volk en Staat, 24 mei 1944, schreef Karel Lambrechts dat Elias tijdens zijn rondreis door Vlaanderen met 3.500 kaderleden sprak en dat er nog een 5.000-tal kaderleden waren die Elias niet bereikte. Ook deze cijfers waren allicht voor de propaganda bedoeld. Neemt men de cijfers van Lambrechts ernstig dan zou het vnv haast louter uit kaderleden hebben bestaan. Hierboven werd aangevoerd dat de partij aan ‘organisatie-manie’ leed om een ergere ziekte te verhullen. Men krijgt de indruk dat het vnv tijdens het laatste bezettingsjaar terugviel op zijn eigen kaders. Daarbij moet rekening worden gehouden met de velen die in de afgelopen jaren dankzij de partij een betrekking hadden gevonden in de Belgische overheidsdiensten. Eggert Reeder vermeldde in zijn activiteitsverslag van juli-september 1943 dat het vnv ca. 1.300 leden had op leidende posten in de gemeentelijke, provinciale en rijksdienstenGa naar eind33. In het verslag voor de periode oktober-december 1943 telde hij op: 2 secretarissen-generaal, 3 directeurs-generaal, 15 directeurs, 3 commissarissen-generaal, 9 andere hoge ambtenaren, 4 gouverneurs, 6 arrondissementscommissarissen, 478 burgemeesters en 715 schepenenGa naar eind34. Daarbij moeten in allerlei controlediensten nog honderden vnv'ers worden gerekend. Er moet bovendien rekening worden gehouden met de vele vnv'ers die zich contractueel hadden geëngageerd in paramilitaire en militaire formaties. Men kan besluiten dat het vnv op het einde van de bezetting nog bestond als een romppartij van mensen die met handen en voeten aan de collaboratie gebonden waren. |
|