Greep naar de macht
(1994)–Bruno De Wever– Auteursrechtelijk beschermdVlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945
1.4 De SS treedt aan in VlaanderenAl van bij het begin van de bezetting werd het vnv beconcurreerd door groepjes en individuen die een radicale nationaal-socialistische en/of Grootduitse collaboratie voorstonden. Veelal ging het om groepen en personen die al voor de oorlog actief waren en opereerden in de marge van het vnv. Ze stelden niet veel voor en hadden nauwelijks enige aanhang. In zijn rapport over de Flamenfrage, 31 juli 1940, gaf Reeder een overzicht van deze splintergroepen. Zijn schampere oordeel over het optreden van de leider van de ‘Nationaal Socialistische Duitse Arbeiderspartij’ zette de toon. De 35-jarige Bert Marckx uit Antwerpen reed in Vlaanderen rond, gerooid met een allegaartje aan nazi-kentekens en een Wehrmachtsausweis. Hij beweerde rechtstreeks uit Berlijn, van de hoogste partijinstanties, opdracht te hebben gekregen partij-afdelingen op te richten. ‘Harmloser’, schreef Reeder, was de ‘Nationaal Socialistische Vlaamse Arbeiderspartij’ (nsvap) o.l.v. de 25-jarige Antwerpenaar Frans Van DijckGa naar eind111. De nsvap gaf de brochure ‘Thans slaat het uur’ uit, de tekst van een lezing van Maurits Lambreghts, de gewezen Antwerpse vnv-arrondissementsleider. Lambreghts zou deze nationaal-socialistische geloofsbelijdenis in Antwerpen hebben uitgesproken op 23 mei 1940. Volgens verklaringen van Van Dijck verenigde de nsvap verscheidene vooroorlogse Grootduitse en nationaal-socialistische groepen: de ‘Nederduitse Jeugd’, de ‘Vrienden van het nieuwe Duitsland’, ‘De Adelaar’ en de ‘Vlaamse Arbeiderspartij’Ga naar eind112. Het klonk indrukwekkend. In werkelijkheid telde de nsvap ongeveer honderd leden. Dat was toch nog drie keer meer dan de Nationaal Socialistische Beweging van ene Seghers, ook al uit Antwerpen. Zijn groep zou, volgens Reeder, al zijn opgegaan in de ‘Nationaal Socialistische Beweging in Vlaanderen’ (nsbiv). De nsbiv werd opgericht door de Antwerpse advocaten Joz. Strijckers en Dries Van Rompaey. Beiden waren actief geweest in de Antwerpse Kristelijke Vlaamse Volkspartij, destijds opgericht tegen de Frontpartij. Daarnaast hield de oudactivist Piet Van Rossem zich onledig met een Nationaal Socialistische Beweging Vlaanderen. Van Rossem woonde in Zwolle, zijn zoon studeerde in België. Zo konden de Van Rossems de gesloten grens tussen België en Nederland toch oversteken. Vader en zoon Van Rossem pakten uit met een zg. opdracht van de Nederlandse nsb-leider Anton Mussert. Mussert had in augustus 1940 Piet Van Rossem inderdaad 2.000 gulden steun toegezegd om een werking in Vlaanderen op te starten, een som die hij in twee schijven ontvingGa naar eind113. Herman Van Puymbrouck dook ook onmiddellijk op. Op 1 juni 1940 verscheen van zijn hand de brochure Vlaanderen in de nieuwe wereldorde waarin hij betoogde dat het Germaanse Vlaanderen de Westmark moest worden van het nationaal-socialistische Duitse Rijk. Van Puymbrouck viel het vnv frontaal aan, net zoals de andere Grootduitse groupuscules het deden. Al deze, hoofdzakelijk Antwerpse initiatieven waren niet echt verontrustend voor het vnv. De impact van de groepjes was miniem en ze kregen geen steun van de bezetter. Voor de Duitsers waren ze totaal onbruikbaar wegens hun hopeloze verdeeldheid. Veel ernstiger was de oprichting in september 1940 van de Algemene-ss Vlaanderen, door René Lagrou, een Antwerpse advocaat van Westvlaamse oorsprong. Ernstiger, omdat spoedig zou blijken dat de organisatie over machtige bescherming beschikte. René Lagrou kwam net zoals Joz. Strijckers en Dries Van Rompaey uit de Christelijke Vlaamse Volkspartij. In 1936 stond hij in Mechelen op de Vlaams Nationaal Blok-lijst op de tweede plaats, na Ward Hermans met wie hij bevriend was. Lagrou heeft nadien geen rol meer gespeeld in het vnv. De relatie tussen hem en de vnv-leiding was ronduit slecht. Niettemin zou hij in sep- | |
[pagina 370]
| |
tember 1939 het vnv-lidmaatschap aanvragen, althans volgens een naoorlogse getuigenis van Hendrik Elias. Het gebeurde door middel van een briefkaart vanuit Berlijn. Dat Lagrou lid wilde worden van het vnv lijkt te kloppen want in september 1939 waarschuwde Hendrik Borginon Staf De Clercq dat de komst van Lagrou ‘het uitgangspunt [zou] worden van eindeloze intriges en moeilijkheden’Ga naar eind114. Lagrou werd in mei 1940 als verdachte naar Frankrijk gebracht. Na zijn terugkeer werd hij buitengewoon actief, o.m. als woordvoerder van de weggevoerden en als secretaris van de Bormscommissie. Deze commissie was een gevolg van de ‘Herstelverordening’ van 6 september 1940 die voorzag in een schadevergoeding voor de activisten. Borms zat de commissie voor. Ter gelegenheid van een grote Bormshulde in Brussel, 11 augustus 1940, sprak Lagrou een rede uit die door de vnv-leiding werd ervaren als een oorlogsverklaringGa naar eind115. Zowat de hele vnv-leiding was die dag in Brussel aanwezig. Het was de dag dat Staf De Clercq de Volksbeweging lanceerde. Lagrou klaagde er de stuurloosheid aan die hij na zijn terugkeer uit Frankrijk in Vlaanderen had aangetroffen. Daar zou verandering in komen. Alleen de jeugd was opgewassen tegen de grote opdracht die wachtteGa naar eind116: ‘Thans willen wij [...] in een nieuwe Westeuropese ordening waarin onze wezensgeaardheid erkend blijft ingeschakeld worden. Het organisch uitgebouwde Europa [...] hersteld te zien; onze gewesten als levend deel daarin nationaal-socialistisch te ordenen: heerlijke taak voor deze jeugd.’ Een maand later werd Lagrou de leider van een organisatie die op uitdrukkelijk bevel van Adolf Hitler werd opgericht: de Algemene-ss Vlaanderen. De oprichting van de Algemene-ss Vlaanderen was het rechtstreekse gevolg van de infiltratiepolitiek van de ss in België. De Reichsführer-SS sprak Hitler voor het eerst over de oprichting van een Vlaamse ss toen hij op 23 augustus 1940 verslag uitbracht over de werving voor de sedert 25 mei opgestelde SS-Standarte Westland. In deze Waffen-SS-eenheid konden Vlamingen en Nederlanders in dienst gaan. In feite kan de oprichting van deze eenheid, nog voor de capitulatie van het Belgische leger, beschouwd worden als de eerste politieke daad van de ss in het bezette land. De ss streefde met de werving van Germaanse vrijwilligers in de eerste plaats politieke doeleinden na. De Waffen-SS-vrijwilligers moesten de speerpunt vormen van een Heim-ins-Reich-beweging. Ze waren een belangrijke troefkaart voor een politiek op lange termijn. Op korte termijn en in een ander verband was de Waffen-SS-werving in Vlaanderen voor Heinrich Himmler meteen een middel om door te dringen in het ambtsgebied van Militärbefehlshaber von Falkenhausen. Hitler gaf Himmler zijn fiat om met de oprichting van de Algemene-ss Vlaanderen een tweede zuiver politieke geleding van zijn organisatie in het ambtsgebied van von Falkenhausen operationeel te maken. De ss-invloed was ook al van in den beginne aanwezig geweest in de vorm van de SIPO-sd, op het terrein van de MilitärbefehlshaberGa naar eind117. Doordat de Reichsführer-SS tegenstand verwachtte, schermde hij met een uitdrukkelijk bevel van Hitler. Eind september 1940 zond hij Gottlob Berger, de leider van het SS-Hauptamt, naar Brussel om de militairen gerust te stellen. Omstreeks dezelfde tijd begon René Lagrou als leider van de Algemene-ss Vlaanderen met de werving voor de Waffen-SSGa naar eind118. Over de voorafgaande gesprekken tussen René Lagrou en de ss-leiding is niets bekend. Wanneer en door wie werd Lagrou aangezocht? Of bood hij zichzelf aan? Lagrou liet aan wie het wilde horen weten dat hij optrad in opdracht van Hitler zelf. Dat was juist in zoverre dat Hitler zelf von Falkenhausen inlichtte over de stichting van de Algemene-ss Vlaanderen. Over Lagrou sprak hij met geen woord. De komst van de Algemene-ss Vlaanderen verontrustte het Militaire Bestuur ten zeerste. Midden oktober reisde Berger opnieuw naar Brussel om de plooien glad te strijken. Hij sprak er met Reeder die van toen af de onderhandelingen voerde tussen de ss en het Militaire Bestuur. Berger zond een verslag van dit gesprek aan Himmler. Volgens dit verslag zou | |
[pagina 371]
| |
Berger hebben meegedeeld dat de Algemene-ss Vlaanderen een ‘überparteiliche Organisation’ in het Vlaamse land was die alle Vlamingen zou groeperen die bereid waren ‘sich für die Schaffung eines großgermanischen Reiches einzusetzen’Ga naar eind119. Op het terrein zou de Algemene-ss Vlaanderen in de eerste plaats het ‘separatistische en klerikale’ vnv bekampen en daardoor de collaboratie van die partij diepgaand beïnvloeden. Berger had geen ongelijk waar hij beweerde dat ‘durch die Gründung der Allgemeine ss als “Partei” [...] der vnv gezwungen [wurde] nach unserem Kurs zu marschieren’Ga naar eind120. Het verschijnen van de ss op het politieke terrein in Vlaanderen betekende het begin van een bittere strijd binnen de collaboratie. Albert De Jonghe heeft in zijn grondleggende reeks artikelen over de infiltratie van de ss in België geschreven dat het kamp van de politieke collaboratie in Vlaanderen er tot in zijn grondvesten door werd aangetast. Het ene kamp beschouwde het andere als ‘vijand’Ga naar eind121. Het is volstrekt niet overdreven uitgedrukt. De eerste acties van de Algemene-ss Vlaanderen bestond uit een werfcampagne voor de SS-Standarte Westland. René Lagrou slaagde er in 455 kandidaten te vinden. Na strenge keuring werden 45 mannen geselecteerd die op 27 september 1940 vertrokken naar een opleidingskazerne van de Waffen-SS in MünchenGa naar eind122. Militair gezien had deze werving toen niet de minste betekenis. De bedoeling was een militair gedrild en geïndoctrineerd politiek elitecorps te vormen. Op 7 december 1940 verscheen voor het eerst De SS-Man, het Kampblad voor de Algemene Schutscharen Vlaanderen. Het blad stak de bedoelingen van de Algemene-ss Vlaanderen niet onder stoelen of banken. Het werd een wekelijkse aanval op het vnv. Hoofdredacteur was de gewezen vnv-arrondissementsleider Ward Hermans. Samen met René Lagrou stond hij aan de wieg van de Algemene-ss Vlaanderen. Uit hoofde van zijn vooroorlogse houding baart Hermans' toetreding tot de ss weinig verwondering. Hetzelfde geldt voor Herman Van Puymbrouck. Vooralsnog kon de Algemene-ss Vlaanderen niet bogen op de openlijke steun van bekende namen in Vlaanderen. De organisatie scheen wel een relatief succes te hebben bij de basis. In november 1940 beweerde Berger dat er al 900 aanmeldingen waren en dat er dagelijks 50 leden bij kwamenGa naar eind123. In zijn activiteitenverslag over december 1940 schreef Reeder dat de Algemene-ss Vlaanderen al 3.200 leden teldeGa naar eind124. Hij voegde eraan toe dat vele ‘zweifelhafte Elemente’ waren toegetreden en dat een selectie volop aan de gang was, waarna 700 à 1.000 leden zouden overblijven. Bij het relatieve succes van de Algemene-ss Vlaanderen moet rekening worden gehouden met het feit dat vooraanstaande Vlaamse ss'ers een belangrijke rol speelden bij de repatriëring van de Vlaamse krijgsgevangenen. Vooral Ward Hermans moet hier worden genoemd. Hij bemiddelde in november 1940 bij Rudolf Hess, waardoor vanaf november 1940 Vlaamse krijgsgevangenen versneld werden vrijgelaten. Over het principe van die vrijlating was door Hitler al vroeger beslistGa naar eind125. Uit diverse documenten blijkt dat de Vlaamse ss-leiding haar geprivilegieerde bemiddelingsrol gebruikte om bij de krijgsgevangenen ss-leden te werven. ss-leiders gaven de namen door van ‘krijgsgevangenen in aanmerking komend voor de Algemene-ss’Ga naar eind126. Het optreden van de Algemene-ss Vlaanderen had twee belangrijke gevolgen, die verband met elkaar hielden. Enerzijds zou het vnv zich in de spiraal van het politieke opbod mengen, anderzijds zag het Militaire Bestuur zich verplicht het tactische bondgenootschap met het vnv nieuw leven in te blazen. Reeder had het vnv nodig in zijn strijd tegen de infiltratie van de ss binnen zijn ambtsterrein. Hij bekleedde weliswaar als hoog ambtenaar ‘ehrenamtlich’ een hoge graad in de ss. De studies van Albert De Jonghe tonen echter onomstotelijk aan dat Reeder zich hardnekkig verzette tegen het in zijn ogen schadelijke Hineinregieren van de ss. Het Hineinregerieren leidde in Reeders ogen tot een beleid dat ‘Nebeneinander’, ‘Durcheinander’ en ‘Gegeneinander’ werd gevoerd en dus tot een bestuurlijke chaos die rampzalig zou worden. Zijn Tätigkeitsberichte (activiteitsverslagen) zijn een doorlopend | |
[pagina 372]
| |
bewijs van zijn volgehouden verzet tegen de ssGa naar eind127. Het bondgenootschap tussen het Militaire Bestuur en het vnv was evenwel een tactisch bondgenootschap. Reeder verdedigde alleen de belangen van het vnv wanneer het in zijn strategie paste. Reeder was daarom niet tegen de oprichting van de Algemene-ss Vlaanderen; integendeel, het stelde hem in staat het vnv onder druk te zetten en bruikbaarder te maken voor zijn politiek. Reeder was er wel tegen dat de nieuwe organisatie niet onder zijn controle viel en de ambitie koesterde de politieke leiding op zich te nemen. Om die reden haalde hij de banden met het vnv weer aan. |
|