Greep naar de macht
(1994)–Bruno De Wever– Auteursrechtelijk beschermdVlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945
7.4 De ledenbewegingEr bleef maar één vooroorlogse ledenstatistiek van het vnv bewaard. Hij geeft de toestand weer op 30 juni 1939Ga naar eind26. Het vnv telde toen 22.506 leden, verdeeld in 13.792 gewone leden, 8.714 geheime leden en 3.699 steunende leden. Op basis van de financiële verslagen kan geprobeerd worden de ledenbeweging van het vnv na 1935 te reconstrueren. Deze reconstructie en de statistiek van 1939 werden opgenomen in Bijlage 2. Wat de gewone leden betreft, schept de reconstructie weinig problemen. De financiële verslagen maken onderscheid tussen leden die jaarlijks 36 frank contributie betaalden en de werkloze leden die slechts 12 frank betaalden. Door een eenvoudige deling verkrijgt men het aantal leden. Merkwaardig is de achteruitgang in het verkiezingsjaar 1936. In 1937 en 1938 tekent zich een steile opgang af waarna in 1939 zich een kleine terugval voordoet. Men moet natuurlijk rekening houden met de mogelijkheid dat niet al het contributiegeld in de centrale partijkas terechtkwam, zodat de werkelijke ledencijfers tot 1938 hoger lagen. Toch sluiten de berekende ledentallen goed aan bij die van de ledenstatistiek. De problemen voor de reconstructie van het aantal geheime leden zijn groter omdat de financiële verslagen van 1936 af geen informatie meer geven over de betaalde bedragen. Niet alle geheime leden betaalden immers evenveel. Wel maakten de verslagen nu een onderscheid tussen de ‘3.000 eerst ingeschrevenen’ en een bepaald aantal ‘volgenden’. Waarom dit onderscheid werd gemaakt, is niet bekend. Men vindt het niet terug in de statistiek voor 1939. Daar wordt dan weer onderscheid gemaakt tussen 4.813 ‘geheime leden A’ en 3.901 ‘geheime leden B’. Volgens welk criterium dit onderscheid werd gemaakt, is evenmin bekend. De aanwijzigingen in de financiële verslagen stellen ons in staat het aantal geheime leden te bepalen. Men komt voor 1936 op 6.271, voor 1937 op 6.788 en voor 1938 op 7.216 | |
[pagina 269]
| |
geheime leden. Deze reeks sluit opnieuw goed aan bij de 8.714 geheime leden in de statistiek over 1939. Er blijven vele vragen open. Hoe komt het dat het aantal geheime leden in 1939 bleef stijgen, terwijl het aantal gewone leden daalde? Waar komen plots de 3.699 ‘steunende leden’ uit de statistiek van 1939 vandaan? Van deze categorie werd geen gewag gemaakt in de financiële verslagen tot 1938. In 1935 sprak Staf De Clercq wel over steunende leden, maar daar werden toen geheime leden mee bedoeldGa naar eind27. Mogelijk zijn de steunende leden in 1939 degenen die schenkingen deden aan de partij. Uit hoofde van de relatief grote sommen die daarvoor in de financiële verslagen tot 1938 werden geboekt, is dat mogelijk. Het grootste probleem rijst echter bij de vergelijking van het aantal geheime leden van 1936 met dat van 1935, waarbij men een verzevenvoudiging constateert. Dat is een onverklaarbare expansie, te meer omdat er zich een terugval voordeed onder de gewone leden. Een gedeeltelijke verklaring hiervoor kan gezocht worden in de mogelijkheid dat gewone leden in verkiezingstijd een geheim lidmaatschap verkozen. Dat kan zich ook in 1939 hebben voorgedaan. Het is in geen geval een voldoende verklaring. Het is niet de enige moeilijkheid. Op een vergadering voor de top van zijn partij in oktober 1937 zei Staf De Clercq dat het vnv toen 10.000 betalende leden teldeGa naar eind28. Het is de enige maal dat hij een vertrouwelijk cijfer over de vnv-aanhang gaf. Men mag aannemen dat hij voor dat forum geen reden had om een onjuist ledental op te geven. Zijn toespraak kwam ook nadat het vnv zeer intensief aan ledenwerving had gedaanGa naar eind29. Hoe is het mogelijk dat De Clercq in 1937 maar 10.000 leden telde, terwijl volgens de financiële verslagen er op dat moment alleen al zoveel gewone leden waren, plus nog bijna 7.000 geheime leden. Had De Clercq het alleen over de mobiliseerbare (dus gewone) leden? Opnieuw rijst hier een - voorlopig - onopgelost probleem. Een confrontatie met de nummers van enkele teruggevonden stamnummers van vnv-leden brengt geen oplossingGa naar eind30. vnv'ers die lid waren vóór 1936, hadden een stamnummer kleiner dan 4.000. Leden die in 1937 lid werden, kregen een stamnummer tussen 7.500 en 9.000. Leden die lid werden in 1939 droegen een veel hoger nummer. Het hoogste teruggevonden stamnummer is 27.119. Deze nummers stemmen overeen met de criteria die in 1943 bij het tienjarige bestaan van het vnv werden aangelegd om ‘trouwkentekens’ 1ste en 2de klasse uit te reiken. Leden die vóór 10 mei 1936 lid waren (1ste klasse), moesten een stamnummer hebben beneden de 6.000. Het hoogste stamnummer dat in aanmerking kwam voor een trouwkenteken 2de klasse is 29.999Ga naar eind31. Een mogelijkheid is dat tot 1939 de geheime en de gewone leden apart werden geteld en dat in 1939 de twee groepen in één ledenbestand werden samengevoegd. Wat kan men besluiten uit dit disparate materiaal? Was de opgave van het hoog aantal geheime leden een manipulatie om in de eigen rangen het beeld van een sterk expanderende organisatie hoog te houden? Men zou geneigd zijn de vraag bevestigend te beantwoorden indien er niet effectief veel geld in de partijkas stroomde via de geheime leden. Er is bovendien de ledenstatistiek van 30 juni 1939 die een spreiding geeft van het aantal leden per categorie en per arrondissement. Men kan zich afvragen of de vnv-leiding fictieve cijfers zo controleerbaar zou weergeven. Men mag dus aannemen dat de geheime leden evolueerden van een kleine groep vooraanstaande en kapitaalkrachtige burgers die het vnv anoniem wilden steunen naar een uitgebreide groep sympathisanten die hun lidmaatschap om allerlei redenen niet aan de openbaarheid wilden prijsgeven. Op 9 oktober 1938 schreef Staf De Clercq in Strijd naar aanleiding van het vijfjarige bestaan van het vnv dat weldra het 25.000ste lid zou worden ingeschreven. Bluf? Waarschijnlijk niet, maar een definitief antwoord kan hierop niet worden gegeven. Een 25.000-tal leden aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog lijkt niettemin voorlopig, ondanks alle heuristische en interpretatieve moeilijkheden, een aanvaardbaar cijfer. Men dient er | |
[pagina 270]
| |
dan wel rekening mee te houden dat één op drie geheim lid was en zich niet als vnv'er kenbaar wenste te maken. |
|