het vnv niet zou opkomen onder zijn eigen naam, maar als Vlaams Nationaal Blok. Dat bood de mogelijkheid niet-vnv'ers op de lijsten te plaatsen. Het verkiezingsprogramma was zeer breed en greep terug naar klassieke communautaire thema's en naar onderwerpen die van oudsher door het Vlaams-nationalisme werden bespeeld. Ideologisch geladen thema's werden vermeden, afgezwakt of verhuld. Ook bij de samenstelling van de lijsten vierde het pragmatisme hoogtij. Er werd gekozen voor kandidaten die het meeste garantie boden op succes, ook als daarvoor vnv-boegbeelden moesten sneuvelen. Alleen in Antwerpen bracht dat problemen mee. Het vnv wilde er voorkomen dat de Frontpartij apart opkwam. Er werd gezocht naar een aanvaardbare lijstaanvoerder. De Frontpartij verklaarde zich bereid tot een akkoord met het vnv indien Hendrik Borginon lijstaanvoerder werd. Borginon gebruikte zijn positie om van de vnv-leiding concessies af te dwingen. Hij eiste een positie op als leider van een homogene groep gematigde Vlaams-nationalistische parlementsleden en stelde in feite zijn veto tegen de boegbeelden van de radicale vleugel. Zo hoopte Borginon een beslissende invloed te verwerven die hem in staat zou stellen een koersverandering te forceren. Hij overschatte zichzelf. Borginon moest met lede ogen aanzien hoe de door hem gewraakte vnv'ers op verkiesbare plaatsen kwamen. Toen in Mechelen Ward Hermans lijstaanvoerder werd, was Borginons nederlaag totaal. Borginon aanvaardde niettemin de eerste plaats in Antwerpen en veroorzaakte daardoor ongewild de definitieve ondergang van de Frontpartij. De partij brak op de vraag of in die omstandigheden nog kon worden samengewerkt met het vnv.
Door de geslaagde strategie van het Vlaams Nationaal Blok kon het vnv de verkiezingen ingaan zonder noemenswaardige Vlaams-nationalistische dissidenties, afgezien van enkele verweesde godsvredelijsten in Oost-Vlaanderen.
In de kiescampagne hield het Vlaams Nationaal Blok zich aan het brede verkiezingsprogramma. Orde, welvaart en vrede waren de parolen. Vooral de scherpe anticommunistische toon viel op, waarbij in de eerste plaats de bwp werd geviseerd. De Katholieke Partij werd zwakheid verweten. Rex werd afgedaan als een franskiljonse katholieke maneuver, wat niet verhinderde dat het Vlaams Nationaal Blok zich solidair verklaarde met de campagne tegen de schandalen en die schandalen in de eigen partijpers breed uitsmeerde. De partij richtte zich speciaal tot de middenstanders. Belangrijker dan alle andere thema's waren echter het oorlogsgevaar en het Frans-Belgisch militair akkoord. Het Vlaams Nationaal Blok wierp zich op als de anti-oorlogspartij bij uitstek.
Het Vlaams Nationaal Blok behaalde op 24 mei 1936 voor de Kamer 11,5% van de stemmen (+2,3%) in de Vlaamse arrondissementen en in Brussel. Dat leverde een verdubbeling van het aantal kamerzetels op (+8). De zetelwinst in de Senaat was nog opzienbarender: negen (+8). Voor de provincie boekte het Vlaams Nationaal Blok zeventien mandaten winst (49).
De overwinning werd algauw op naam van het vnv geschreven. Toch is het opvallend dat de beste resultaten werden behaald door niet-vnv'ers en in arrondissementen waar de Vlaams-nationale partijformaties campagne voerden onder hun vroegere benamingen. Dat gold met name voor de twee kvv's in Turnhout en Limburg. Daartegenover stond de slechte uitslag in Antwerpen. Hendrik Borginon had het er niet kunnen waarmaken. De Frontpartij kon toch nog een verkozene voor de Senaat uit de brand slepen. Elders werden de dissidente Vlaams-nationalistische lijsten weggeveegd. De verkiezingen van 1936 betekenden het einde van het democratische Vlaams-nationalisme.
Men constateert ook nog dat het Vlaams Nationaal Blok relatief slecht scoorde in industriecentra en meestal zeer goed in landbouwgebieden.
De overwinning van het Vlaams Nationaal Blok was een van de oorzaken van de grootste electorale aardverschuiving in de Belgische geschiedenis. Samen met Rex bracht de partij een zware slag toe aan de Katholieke Partij die daardoor niet langer de grootste fractie bleef in het parlement: 400.000 katholieken hadden voor een andere partij gestemd. Een en ander