3.9 Besluit
Bij de bepaling van de houding van het vnv ten aanzien van binnenlandse politieke aangelegenheden is het nodig een onderscheid te maken tussen de standpunten die werden ingenomen in het parlement en die van de partij. Formeel bestond er geen enkele band tussen het vnv en de Vlaams-nationalisten in het parlement. Maar twee parlementsleden zaten in de Hoofdraad van het vnv. De leider van de kamerfractie, Hendrik Borginon, stond bovendien uiterst kritisch tegenover het vnv. Onder zijn impuls stelden de Vlaams-nationalistische parlementsleden zich gematigder op dan de partij. Binnenskamers leidde dit geregeld tot spanningen die zelden of nooit naar buiten kwamen. Het gematigde optreden in het parlement verhulde de radicale doelstellingen van het vnv. Mede daardoor kreeg de stichting van het vnv niet zoveel aandacht. De politieke waarnemers hadden veel meer aandacht voor het als zuiver fascistisch beschouwde Verdinaso. Het vnv werd gezien als een wat goedkope en niet al te best geslaagde kopie van het Verdinaso. De dinaso-pers speelde hier gretig op in om zijn concurrent de wind uit de zeilen te nemen. Het vnv van zijn kant vond in de Belgische koerswijziging van het Verdinaso een middel om de concurrentie met de Vlaams-nationalistische achterban in zijn voordeel om te buigen. Het vnv speculeerde ook op aanhang uit de andere partijen. De klassieke partijen werden aangevallen als ‘kleurpartijen’ die de natie verdeelden. Vooral de bwp en de christen-democraten moesten het ontgelden. Het waren deze politieke groepen, vooral dan de bwp, die het vnv aanvielen (soms letterlijk) als fascisten. De vnv-pers hekelde ze als de waterdragers van het communisme én van het kapitalisme.
In het parlement waren vooral Hendrik Borginon en Gerard Romsee bedrijvig. Ze namen hoofdzakelijk initiatieven inzake de taalwetten. De vernederlandsing van het gerecht stond toen op de politieke agenda. Hun redevoeringen werden met sympathie gevolgd in de vnv-pers. De partij ontwikkelde op communautair gebied zelf geen enkel initiatief. De reden daarvoor was de opvatting dat elke concrete verwezenlijking afleidde van wat het werkelijk doel was van het vnv, nl. de vernietiging van België. Het vnv formuleerde geen enkele concreet haalbare maatregel voor de oplossing van het taalvraagstuk. De militanten werden ervan doordrongen dat het probleem opgelost kon worden door de ontwikkeling van voldoende aanvalskracht.
Ook ten aanzien van de economische crisis, ongetwijfeld het belangrijkste politieke en