Greep naar de macht
(1994)–Bruno De Wever– Auteursrechtelijk beschermdVlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945
[pagina 179]
| |
Hoofdstuk 3 Het VNV in de Belgische politiek tot aan de parlementsverkiezingen van 19363.1 Partij en parlementsfractieDe stichting van het vnv veroorzaakte geen echte breuk in de achtkoppige Vlaams-nationale fractie die sinds de verkiezingen van 1932 zitting had in de Kamer. Alleen Karel Van Opdenbosch stelde zich zo radicaal op tegen het vnv dat een breuk tussen hem en de andere kamerleden - die allen bij de stichting betrokken waren - niet kon uitblijven. Van de overige zeven waren er drie die zich al snel gereserveerd opstelden. Thomas Debacker en Gerard Romsee namen na een aanvankelijke enthousiaste toetreding tot het vnv snel opnieuw afstand. Fractieleider Hendrik Borginon zag af van een hoge functie en trok zich terug aan de rand van het vnv, soms erin, soms buiten, maar met een groeiende aversie tegen de politieke richting die de partij uitging. Van de overige vier speelden Emiel Butaye en Jozef De Lille noch in de partij noch in het parlement een belangrijke rol. De laatste trok zich niets aan van de partijrichtlijnen. Hij werd beschouwd als een ‘wilde’. Begin 1934 werd hij niet meer aangezien als een lid van de Vlaams-nationalistische fractieGa naar eind1. Jeroom Leuridan en Hendrik Elias waren wel zwaargewichten. Het waren de enige twee kamerleden die als volbloed vnv'ers beschouwd konden worden tijdens deze regeerperiode. Formeel bestond er geen enkele band tussen de ‘Vlaams-nationale kamerfractie’ en het vnv. Er werd in de vnv-pers nooit geschreven over een vnv-fractie. Er bestond inderdaad als dusdanig geen vnv-fractie. Het grootste deel van de parlementsleden hield geen rekening met de ‘vnv-tucht’. In de vnv-stichtingsproclamatie en het zestien-puntenprogramma werd niet gerept over de relatie tussen de verkozenen en de partij. Er hadden soms wel vergaderingen plaats van fractieleden met Staf De Clercq, maar dat gebeurde eerder occasioneel. Om al die redenen mag men de houding van het vnv inzake binnenlandse politieke aangelegenheden niet gelijkstellen met de houding van de Vlaams-nationalistische parlementsleden. Niet zelden verkondigden de vnv-leiding en de vnv-pers andere standpunten dan de parlementsfracties. Ik zal hieronder de houding van het vnv en van de Vlaams-nationalistische parlementsleden belichten ten aanzien van diverse aangelegenheden van de Belgische binnenlandse politiek. Ik kies als invalshoek de politieke actualiteit zoals die ter sprake kwam in het parlement om dan telkens de standpunten van respectievelijk de parlementsleden en de partij te onderzoeken. Eerst onderzoek ik de houding van het vnv tegenover de andere politieke partijen en ten aanzien van zijn naaste concurrent, het Verdinaso. |
|