1.5 Besluit
De principiële aanvaarding van de stichtingsproclamatie van het vnv door een groot aantal Vlaams-nationalistische tenoren was een belangrijke gebeurtenis. Men kan ze gerust beschouwen als een cesuur in de politieke geschiedenis van het Vlaams-nationalisme. Zoals alle historische cesuren kan ook die gerelativeerd worden. Aan de ene kant komt het fascistische ideeëngoed niet uit de lucht vallen. Aan de andere kant zal de stichtingsverklaring de discussie binnen de nieuwe partij over fundamentele maatschappelijke opties niet doen luwen. De strijd tussen de fascistischgezinde elementen en degenen die de democratische principes gedeeltelijk willen restaureren bracht het vnv op de rand van de afgrond. Er zijn dus zowel argumenten te vinden voor het vooruit- als voor het achteruitschuiven van de politieke cesuur die in de literatuur vaak wordt gelegd tussen de ‘democratische’ Frontpartij en het ‘fascistische’ vnv.
Dat de stichting van het vnv een cesuur in de geschiedenis van het Vlaams-nationalisme betekende, beseften de meeste tijdgenoten binnen en buiten die politieke familie nog niet. Sommigen begrepen niettemin dat er een essentiële stap werd gezet. Herman Vos verliet het Vlaams-nationalisme omdat die politieke familie voor hem onleefbaar werd. De Frontpartij gaf hij een laatste opdracht mee. Ze moest een toevluchtsoord worden voor Vlaams-nationalisten die het fascistische vnv de rug toekeerden. Reimond Tollenaere begreep ook dat met de stichting van het vnv een belangrijke stap werd gezet. Hij zag de partij als een instrument om zijn ideaal, de verwezenlijking van een ‘modus localis’ van het regime in Duitsland, te verwezenlijken. Toen Staf De Clercq hem aanstelde als propagandaleider was hij op de hoogte van Tollenaeres radicale fascistische concepten. Hij zou zijn jonge medewerker de hand boven het hoofd houden wanneer hij gecontesteerd werd door de zwaargewichten van het vnv.
De stichting van het vnv deed de ideologische discussies allerminst luwen. Vrijwel onmiddellijk stond de partij op springen toen de architecten van de stichtingsakte in de partijpers ondubbelzinnig duidelijk maakten waar ze met het vnv heen wilden. De gematigden in de partij begonnen aan een slopend achterhoedegevecht waarbij ze één na één hun principes zouden moeten opgeven. In eerste instantie trokken enkele onder hen, zoals Hendrik Borginon, zich terug van de voorgrond zonder dat het tot een echte breuk leidde. Anderen, zoals Hendrik Elias, accepteerden een eersterangsrol in de partij en probeerden van daaruit ideologische correcties aan te brengen. Tot een hergroepering van de democratische Vlaams-nationalisten kwam het niet omdat de gematigde vleugel van het vnv zelf al een aantal essentiële voorwaarden van een parlementaire democratie had prijsgegeven. En omdat die vleugel buiten het vnv geen valabel alternatief vond.