Zeedelycke en natuurlycke gezangen(1716)–Jan van Westerhoven– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 138] [p. 138] Vervolgingh. Zang: Zaalige uuren. 1[regelnummer] Naar moet het weesen, als vervollegingen, Om het geloove, vroome wreet omringen: En oock naar dooden, om dat de deugt wil geeven Hun een vroom leeven. 2[regelnummer] Sy willen woeden altijt by 't geloove: Sy daar na traghten, dat sy wort verschooven: Haar teegenheeden lijden haar tot nooden, En Gods gebooden. 3[regelnummer] Sy het geloove tot hun Godsdienst dwingen: Met vleijeryen sy haar oock omringen, Om haar te brengen, van bet Woort des Heeren, Dat sy wil leeren. 4[regelnummer] Wil dit niet lucken, door haar vleijeryen, Sy haar dan vaardigh in de kercker leyen: Sy haar daar dwingen, dat sy moet belijden, 't Geen sy haar seiden. 5[regelnummer] Wil sy 't veraghten, sy haar tormenteeren, Om haar te brengen tot het geen sy leeren: Blijft sy hartneckigh, sy haar willen dooden, Door veele nooden. 6[regelnummer] Sy dan gebruicken galgen, en hun swaarden, Om dit geloove wegh te doen van d'aarde: En hunne boosheit wil haar oock verbranden, Tot hunne schande. 7[regelnummer] Blijft sy stantvastigh, wil sy niet afvallen, Van 't Woort des Heeren, die vervolginghs sallen Dan nooit ophouden, om haar te verderven, Tot aan haar sterven. [pagina 139] [p. 139] 8[regelnummer] Sy kunnen dooden hier de waare vroomen! Maar by geloove kan de doot niet koomen: Sy needer vellen, die in hun gewelt zijn, Hoe sy ontstelt zijn. 9[regelnummer] O! dit geloove leit hun by de heemels, Daar niet zijn sullen boose dwanghs geweemels. Sy nimmer koomen sullen by Gods vreughden! Maar by ondeughden. 10[regelnummer] Hier niet wilt schricken voor hun wree tormenten. Dan sult gy woonen in des heemels tenten, Na sy u dooden, als gy hebt geleeden, 't Geen sy u deeden. 11[regelnummer] Sy doen wel sterven 't lighaam, maar de geest niet. Weest dan stantvastigh; en voor hun dogh vreest niet. Als u hun boosheit naar wil overstelpen, Sal Godt u helpen. 12[regelnummer] U sal verstercken sijn geeft in die nooden. Hy sal opwecken u weer uyt den dooden. En hy u heerlijck in sijn Rijck sal maacken, Door schoone saacken. 13[regelnummer] Blijft gy stantvastigh by u vroom geloove, U geest sal sweeven light na 't Rijck hier booven. Wilt gy versaacken haar, gy sult light swerven, In 't hels verderven. Vorige Volgende