Zeedelycke en natuurlycke gezangen(1716)–Jan van Westerhoven– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Slaaverny. Zang: Dighter, die de blinde Weerelt door een ongehoorde leer. 1[regelnummer] Slaaverny die is afschuwlijck; om dat sy ons 't quaade doet, Als sy van ons neemt de vryheyt, en oock veeler menschen goet. Sy de vryheyt komt te haaten, sy haar aandoet veel gewelt. Ongeluckig sal die weesen, die sy met haar gruwels quelt. 2[regelnummer] Sy de mensen haar doet weenen, die zijn hunne vryheyt quijt. Over 't geen sy komt te heersen, door haar boosheyt seer veel lijt: By haar selden is meedoogen. Sy door 't alderbooste quaat Alle haar benaude slaaven geeft een seer bedroefde staat. 3[regelnummer] Die de slaaverny hier krijgen, ô! die seer ellendigh zijn; Want sy moeten dan verwaghten van haar niet als kruys en pijn. Swaaren arbeyt sy de slaaven in hun naare stant opleyt: En sy doet hun bitter weenen, om dat sy zijn vryheyt quijt. [pagina 133] [p. 133] 4[regelnummer] Die haar hebben, niet light koomen in hun lieve vaderlant; Want sy keetens heeft gebonden aan hun voeten, in die stant: Sy aan hun geeft veel meer slaagen, als dat sy hun eeten geeft: Waar door dat oock ieder slaave desperaat light by haar leeft. 5[regelnummer] Sy hun veel gebreck laat lijden, in haar landen, en op zee: En sy hun ligt slimmer handelt, als sy handelt al haar vee. Sy hun niet meer komt te agten, als sy agten sal haar hont. Waar door dat gy haare wreetheyt met my klaar bemercken kont. 6[regelnummer] Die haar wil met list ontvlughten, stelt hem in een doots gevaar. Als hy dan weer vry kan koomen, veel gelt hy moet geeven haar. Als sy hem weer komt te vatten, wert hy wreet getormenteert, Als sy door veel wreede plaagen die bedroefde overheert. 7[regelnummer] Sy berooft dan veele menschen van hun vryheyt, maar die stelt Haar seer dapper en kloeckmoedigh tegen al haar boos gewelt: Eer dat sy haar selfs sou geeven aan de wreede slaaverny, Goedt, en bloedt, en 't lieve leeven wou veel liever missen sy. 8[regelnummer] Daar de slaaverny sal heersen, is het volck hun vryheyt quijt. Die gewilligh haar beminnen, sy die selden swaar kastijt. Die met moetwil blindt wil weesen, nooit de waare deught hier siet: En al die soo by haar leeven, van haar nog wel gunst geniet, [pagina 134] [p. 134] 9[regelnummer] Sy de sondaars hout gebonden aan de sonde-keetens vast: Waar van dat alleen de vroomheyt in hun leeven hun ontlast: Door de gantse groote weerelt deese slaaverny boos sweeft: En die geen die sal haar krijgen, die moetwilligh sondigh leeft. 10[regelnummer] Sy de menschen overweldight door haar grouwelijck gewelt. Die is dan seer ongeluckigh, die hem teegen haar doen stelt. Sy hem sleept na haare landen, seer ver van sijn vrinden af; Daar hy, sonder hun t'aanschouwen, light sal daalen in het graf. 11[regelnummer] O! hoe naar die stant moet weesen: wie dit dog begrijpen kan, Hoe ellendigh dat moet weesen by haar een gevangen man? Naar wy aansien sijne keetens waar aan hy gebonden lag, Doe hy voor sijn nijver wercken tot sijn loon kreegh slagh op slagh. 12[regelnummer] Laaten wy voor vryheyt strijden, soo langh als de Maan hier schijnt, Of soo langh als Godt sal geeven, dat sy by ons niet verdwijnt. Laaten wy ons lieve leeven hier opofferen voor haar, Als de slaaverny de vryheyt van ons brenght in doots gevaar. 13[regelnummer] Laat de vryheyt ons dogh leyden na de alderhooghste Godt, Als de slaaverny wil geeven andren een rampzaaligh lot; Want sy kan aan u niet geeven, dat gy ooit rampzaaligh zijt, [pagina 135] [p. 135] Als gy by haar en de vryheyt hier maar een vroom leeven leyt. 14[regelnummer] Koningen der gantsche aarde, dogh de slaaverny weghdrijft, Oock geloofs dwangh; en wilt maaken, dat de vryheyt by u blijft. Vreest dan Godt, soo sult gy koomen in het eeuwigh vaderlant: Alle ongereghtigheeden uyt u landen mee uytbant. Vorige Volgende