Zeedelycke en natuurlycke gezangen(1716)–Jan van Westerhoven– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Bruylofts - gezang. Zang: Sa trompen en trompetten. 1[regelnummer] Hoort! Bruydegom en Bruytjen, De lieve Eghten stant, Lieflijcker is als 't kruytje, Dat groen staat in het lant; Als bloemetjes kan sy Verdwijnen; maar hier gy Leeft nu deughdigh, lief en jeughdigh, Alle bey. 2[regelnummer] Als in het bos en daalen De boomen staan verdort, Is daar geen vreught te haalen, Om dat het winter wort; Maar in u Huwlijckx feest, Is elck verheught sijn geest, Oock u sinnen, vol van minnen, Elck om 't meest. 3[regelnummer] In heuvels, velden, wouden, 't Gevoogelt dan is stil; [pagina 117] [p. 117] Sy fluyten in geen koude; Dit vee dan wegh-gaan wil: Maar hier speelt gy verheught, Terwijl elck singht met vreught; Beste Maatjes, u Egaatjes Zijn vol jeught. 4[regelnummer] Wanneer de na-tijts vlaagen Hier sweeven in de lught, De warme soomer-daagen Zijn dan van ons gevlught; Maar niet de vroolijckheyt, Die dit Eght Paar verblijt: Leeft veel jaaren, met welvaaren; 't Quaade mijt. 5[regelnummer] Wanneer de zon geweecken Van ons is na het zuydt, Staat by de heldre beecken, Aan 't waater, geen groen kruydt; Maar op u Bruylofts-dis Veel goede spijse is. Looft den Heere. Vreugt moet weeren Droefenis. 6[regelnummer] Wanneer de stormen woeden, Dan is 't een grouwlijck weer; 't Zijn goddelijcke roeden, Die op ons daalen neer. Men niet op schaatsen rijt, In sulcken winter-tijt: Maar hier 't streelen, ende speelen, U lief vlijt. 7[regelnummer] 'k Wens, dat gy hier meugt leeven Tot aan u Goude Feest: Dit sal u Godt light geeven, Als gy hem hier trou vreest. 'k Wens u geen teegenspoet. [pagina 118] [p. 118] Gy deughdigh leeven moet, Wilt gy sterven, om te erven, 't Heemels goet. 8[regelnummer] Speelnootjes ende vrinden, Wenst gy hun dit oock mee? Ja. Deese Eens-gesinden Met my wenst Godes vree; Sijn zeegen oock op haar, En liefde tot elkaar, Hier beneeven, 't eeuwigh leeven, Allegaar. 9[regelnummer] Wilt hun dan heenen leyden, Na 't saghte Leedikant; En wilt van hun dan scheyden; Leeft na de Bruylofts trant; Hun minnelijck gestreel, Sal daar light zijn wat veel; Gaat oock trouwen, en Feest houwen, 't Wort u deel. 10[regelnummer] Wanneer weer gaat verlighten Auroor den hoorisont, Doet dan u laatste plighten; En in die morgen-stont Hun Kinders wenst vol deught; En weest soo langh verheught, Als kan duuren, in die uuren, Uwe jeught. Vorige Volgende