U hebt zich waarschijnlijk geïnspireerd op de Rupelstreek?
Natuurlijk, zij grenst aan mijn Deps en de industrie, hoofdzakelijk steengelagen in handen van bazen die zichzelf uit de arbeidersstand hadden opgewerkt, heeft er zeer lang het karakter van familiale ondernemingen vertoond. Nu nog draagt het aspect van de streek daar de sporen van. Zij ziet er hier en daar nog altijd uit als een ordeloze agglomeratie van kleinburgerlijke bedrijven.
*
Ging uw aandacht vooral naar die maatschappelijke evolutie of was het uw wens Jakob te doen oprijzen te midden van het boek als een centrale held, zoals eens Houtekiet?
Het was mij vooral te doen om Jakob, de tweede Houtekiet. Hij moest de stam op hedendaags peil brengen, zodat zich uit zijn kinderen en de kleinkinderen van Iphigenie moderne helden naar mijn hart konden losmaken.
*
Nieuw Deps heeft niet het lyrisme, de grote epische adem en vaart, noch de dramatische spanning van Houtekiet. Hoe komt dat?
Ik was toen moe en droef, ‘woest en moe’ zoals A. Roland Holst zegt. Dat is echter niet de enige oorzaak van het verschil. Houtekiet is veel conciezer geschreven, nu en dan met opzet zelfs in de hagiografische toon van de Fioretti.
*
In Houtekiet hebt u rond de machtige hoofdfiguur een meeslepende solidariteit van het hele dorp geëvoceerd; in Nieuw Deps daarentegen moet die familiegeest grotendeels de plaats ruimen voor moord, bedrog, twist, onenigheid, misverstanden allerhande. Vanwaar deze overgang naar de uitbeelding van familie en groep als milieu van conflicten?