De Afscheiding van 1834 in Friesland. Deel 2. De classes Drogeham (Drachten) en Leeuwarden van de Afgescheiden kerken
(1981)–Jan Wesseling– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 15]
| |
2 De Afgescheiden Classis DrogehamOok het notulenboek van de classis Drogeham begint met een door ds Van Velzen eigenhandig geschreven woord vooraf, waarin hij o.m. erop wijst, dat niet alleen ouderlingen de classisvergaderingen moesten bezoeken, maar zoveel mogelijk ook de diakenen ‘tot raad en tot hun be kwaammaking’. Hij wilde blijkbaar een kader vormen! Bij haar oprichting in december 1837 bestond de classis Drogeham slechts uit 4 gemeenten nl. die van Drogeham, Burum, Oudega (Sm.) en Boornbergum, met in totaal 250 ‘bejaarde’ leden en 230 kinderen. Later kwamen er nog wat gemeenten bij: Driesum dat oorspronkelijk tot de classis Wanswerd behoorde, Drachten (1844), Bergum (1850) eerst bij de classis Leeuwarden, Westergeest (1851), Surhuisterveen (1854) en weer later nog meer. Al in de notulen van de eerste classisvergadering, 18 december 1837, die gepraesideerd werd door ds Van Velzen, valt de bestuurskracht van de voorzitter te bespeuren. Hij wees erop, dat er om de 14 dagen kerkeraad en 6 × per jaar classis moest worden gehouden en - typerend trekje - dat de a.s. praeses van de classis tussentijds van de belangrijkste te behandelen zaken op de hoogte moest worden gebracht, zodat hij voorbereid op de vergadering verscheen. Verder mocht er geen algemene kas zijn voor kerk en armen samen; dit zou maar ten nadele van de armen werken. Daarom 2 kassen. Over dit punt zouden later in verscheidene gemeenten nog conflicten ontstaan, o.a. in Drachten. Ook merkte hij op, dat de kerkeraadsboeken van Drogeham en Burum wel in orde waren, maar dat die van Boornbergum en Oudega beter moesten worden bijgehouden. Inderdaad waren deze laatste twee gemeenten toen zeer zwak. In Boornbergum kwamen 's zondags nog maar enkele mensen in de kerk als gevolg van de invloed van oefenaar Marten J. van Houten, die door zijn oefeningen ook in Oudega - waar hij woonde - velen uit de Afgescheiden kerk zoog. Boornbergum verdween dan ook als gemeente en Oudega was in 1840 op sterven na dood (maar herleefde!).
In de hoofdstukken over de afzonderlijke gemeenten zullen we hierop, en op vele andere op de classis behandelde zaken, dieper ingaan. |
|