De Afscheiding van 1834 in Groningerland. Deel 3. De classis Groningen van de Afgescheiden kerken
(1978)–Jan Wesseling– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 223]
| |||||||
IX Niezijl - KommerzijlNiezijl (Nijziel heet het in die streek) ligt 18 km ten westen van Groningen aan de oude straatweg naar Friesland en telde in 1840 ongeveer 560 inwoners. Een paar kilometer ten noorden ervan vinden we het kleinere Kommerzijl, dat kerkelijk grotendeels onder de hervormde kerk van Niehove behoorde. Van de 290 inwoners woonden er 80 op het gebied der burgerlijke gemeente Grijpskerk en 210 op dat van Oldehove. Dat de gereformeerde leer die de Cock weer predikte en diens schorsing in mei 1833 ook de omgeving van Niezijl niet onberoerd liet, bewijst een in 1834 in Groningen verschenen pamflet Iets over de liefdebeurten van H. de Cock..., waaruit blijkt, dat deze op 1 september 1833 onder enorme belangstelling in het oude hervormde kerkje van Niezijl preekte. Dit geschriftje komt in de schets Zuidhorn-Enumatil ter sprake. | |||||||
Instituering Kommerzijl, 29 mei 1836Het was bij de 37-jarige landbouwer Jan Alberts Bosscher, wonende te Niehove onder Kommerzijl, dat de ‘kerkelijke oproermaker’, de afgezette predikant H. de Cock op zondag 29 mei 1836 onder grote belangstelling (‘eene menigte menschen’) de Afgescheiden gemeente te Kommerzijl institueerde, twee ouderlingen en twee diakenen bevestigde en drie kinderen, onder wie een kind van Bosscher, doopte. De 60-jarige ijzersmid Jacob Everts Feringa was één van die ouderlingen, Jan Bosscher één der diakenen. De burgemeester van Oldehove verklaarde later niets van deze samenkomst te hebben geweten, daar dergelijke ‘sluipvergaderingen’ in alle stilte belegd werden. Daarom was er ook geen proces-verbaal opgemaakt.Ga naar eindnoot1. Dit zal wel de oorzaak zijn geweest, dat Bosscher er in Groningen met ƒ10 boete (en ƒ6,59½ proceskosten) afkwam, terwijl de Cock zowel in Groningen als in appèl in Leeuwarden werd vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Een jaar later blijkt de kerkeraad te worden gevormd door de ouder- | |||||||
[pagina 224]
| |||||||
lingen R.P. Smit en Reinder Geerts Steenhuizen (een 37-jarige boereknecht, wonende op de Waard onder Grijpskerk), terwijl diaken zijn de reeds genoemde Jan Alberts Bosscher en Drewes Jans Bos (een 39-jarige boereknecht, ook wonende op de Waard onder Grijpskerk).Ga naar eindnoot2. In 1840 is D.J. Bos opgevolgd door de 41-jarige ‘inlandsche kramer’ Meint Dirks van Heukelum, wonende te Niezijl.Ga naar eindnoot3. De naam van één der beide ouderlingen, Jacob E. Feringa, is er dan al niét meer bij. Hij was er de oorzaak van, dat de classisnotulen reeds in september 1836, de gemeente is dan amper drie maanden oud, spreken van ‘ongestalten’ in Kommerzijl. Het volgend jaar staat Feringa als gecensureerd te boek wegens scheurmakerij, hij erkende zijn medeouderling niet - en wegens een niet nader genoemde zonde; weer een jaar later is hij definitief bij de kerk vandaan.Ga naar eindnoot4. Verschillende leden van de Afgescheiden kerk van Kommerzijl kwamen uit Niehove. Enkele maanden voor de instituering van deze gemeente, in mei 1836, zond de scriba van het classikaal bestuur van Groningen aan het Provinciaal kerkbestuur een rapport over de woelingen en conventikelen der separatisten.Ga naar eindnoot5. In dit rapport wordt ook vermeld het woeste optreden van de ijzersmid J.E. Feringa te Niehove, zonder dat zijn naam evenwel wordt genoemd. Veel fraais krijgen we niet te horen, integendeel. Over de Afgescheidenen in Niehove lezen we:
‘Te Niehove is van de vier, hunne afscheiding verklaard hebbende personen de ééne, te voren lidmaat, een man, die, te veel sterken drank gebruikt hebbende, soms op straat staat uit te roepen: ik ben in Sion geboren, ik ben in Sion geboren. De tweede, geen lidmaat, een man, die, na het verlies van zijne godsdienstige vrouw, eene getrouwde vrouw, die haren echten man verlaten had, eenen geruimen tijd tot bijzit heeft gehad, volgens getuigenis van die vrouw zelve, die, door hem verlaten zijnde, zich niet schaamt, zulks aan anderen te verhalen. De derde, eene lijderes aan de vallende ziekte, van hare kindsheid af ouderloos, en door de Diakonie met groote kosten tot hiertoe onderhouden, in wier bezit de Separatisten, daar zij zich ook in hunne gezelschappen begaf, zoo veel belang hebben gesteld, dat een zoogenaamd ouderling, en diaken van de Cock's gemeente verklaard hebben, haar van de Diakonie over te nemen, met belofte van onderhoud. En de vierde een smidsknecht, die met zijnen meester alles aanwendt, om de Predikanten gehaat te maken, en zelfs godsdienstige menschen het bijwonen der openbare godsdienst afraadt, een raddraaijer en hoofd der Separatisten, een bijzonder vriend van de Cock, denzelven dikwijls bezoekende, en in schelden en lasteren getrouw navolgende, van wiens boosheid en onbeschaamdheid in het uitbraken van lastertaal de hoog- | |||||||
[pagina 225]
| |||||||
bejaarde Predikant onlangs de onaangenaamste ondervinding gehad heeft, eerst bij het huisbezoek, toen zijn razen en tieren en op de tafel slaan door het huis klonk en zelfs menschen voor de deur deed te hoop komen, blijvende de Predikant voor zijne woede naauwelijks veilig, en daarna nog eens in de Pastorij, welke hij, na eenig onderhoud, verliet onder het uitroepen met eene harde stem: wij zijn al tachtig duizend, wij zijn al tachtig duizend’. Tot zover het rapport. We mogen gerust aannemen, dat een zekere dweepzucht sommige Afgescheidenen niet vreemd was. Terloops merken we nog op, dat met de hoogbejaarde predikant in het rapport bedoeld werd de 81-jarige N.N. Sinninghe, die al in 1783 predikant in Niehove was geworden en daar in 1846 is overleden, 91 jaar oud.Ga naar eindnoot6. Over Niezijl is het bovengenoemd rapport heel kort. Daar had zich, in het begin van 1836, nog niemand officieel afgescheiden, al kwamen er sedert lang verscheidene personen ‘om hunne gevoelens’ niet meer in de kerk. Voor nadere informatie over de gemeente Kommerzijl missen we helaas een notulenboek, maar wel bleven bewaard een ‘Staat van Ontvangst’ beginnende met zondag 29 mei 1836 (de dag der instituering) en een ‘Staat van Uitgaaf’, aangelegd in de maand mei 1836. We haalden er de volgende bijzonderheden uit: Als de Cock een doop- en avondmaalsdienst verzorgde in Kommerzijl - en dit deed hij b.v. op 24 april 1837, 11 febr., 21 mei, 7 november 1839 en 21 april 1840 - dan viel in de opbrengst der collecten een duidelijke piek te constateren (resp. ƒ2,47½, 2,73½, 3,96, 2,99½, en 2,91½). Ging er geen predikant voor, zoals meestal het geval was, dat haalde het totaal van een collecte de ƒ1 niet. Voor brood en wijn voor het Avondmaal werd telkens ƒ1,05 uitgegeven.
Een enkele keer lazen we, dat er ook in Grijpskerk gepreekt werd, op 21 april 1840 en 2 april 1842, resp. door ds de Cock en ds F. Strik. De arme weduwe Grietje Jetzes wordt geregeld door de diaconie ondersteund. We krijgen dan b.v. de posten:
Toch loopt het eind 1844 mis met de gemeente Kommerzijl. Ze gaat door zwakte en onenigheden te niet. We weten ook van het einde maar | |||||||
[pagina 226]
| |||||||
weinig. In elk geval speelt de aanvraag om als kerk door de overheid te worden erkend, ook een rol. We lezen tenminste in de classisnotulen van 1841, dat de pas gekozen, maar nog niet bevestigde ouderling E.J. Heizenberg zich sterk verzet tegen dit aanvragen van ‘vrijheid’. Het is het in menige plaats opduikende twistpunt, dat één van de oorzaken is geweest van het ontstaan der Kruisgezinde gemeenten, al is dit in Groningerland beperkt gebleven tot slechts enkele officiële gemeenten. (Bierum en de heel even bestaan hebbende gemeente te Midwolda (Oldambt). In Kommerzijl komen de Cock en een paar ouderlingen namens de classis met Heizenberg over dit punt praten. We lezen er verder met van. Op 6 en 7 december 1844 wordt bij het voorgaan van M. SwartwoldGa naar eindnoot7. nog 65 cent gecollecteerd. Op 15 december nog 75 cent als ds De Haan uit Groningen preekt. Het is de laatste ontvangpost. Dan is het gebeurd met Kommerzijl. In de classisnotulen van 15 november 1844 lezen we de klacht, dat de kerkeraad te Kommerzijl alles laat verlopen: geen kerkdiensten meer, geen doop, geen avondmaal, geen armenverzorging, geen huisbezoek, niets meer: De gemeente is in 1845 als gemeente van Kommerzijl teniet gegaan, maar op 21 november 1850 herrezen als Chr. Afgescheiden kerk nu te Niezijl. Tekenen van nieuw leven bespeuren we al, als de gemeente van Burum op de Provinciale Synode van 1 april 1850 haar ongenoegen uitspreekt over het ‘oefenen’ van J. de Graaf van Groningen te Kommerzijl. Gelukkig bleef het eerste notulenboek van de kerk van Niezijl bewaard. Op de eerste pagina lezen we: Psalm 78, vers 4.
Wij zullen het niet verbergen voor onze kinderen,
voor het navolgende geslagt, vertellende de
loflijkheden des Heeren en Zijne sterkheid en
Zijne wonderen die Hij gedaan heeft.
De nieuwe gemeente werd gevormd uit de leden, die behoorden tot de kerken van Burum, Enumatil/Noordhorn en Ezinge en die woonden te Grijpskerk, Niezijl, Kommerzijl, Niehove en onder Enumatil en Noordhorn. Een voorbereidende vergadering was al op 14 november 1850 gehouden te Niezijl bij Hinrik Alberts van Wijk aan huis; aanwezig waren daar ds F. Strik met ouderling R. Hamming, beiden uit Burum, ds G.J. Raidt met ouderling D. van Til uit Enumatil en ouderling P.D. Franssens uit Saaxum (van de kerk van Ezinge). | |||||||
[pagina 227]
| |||||||
Instituering Niezijl, 21 november 1850Een week later, 21 november 1850, vond de instituering plaats onder leiding van ds F. Strik van Burum en ds G.J. Raidt van Enumatil. Eerstgenoemde preekte uit Maleachi 3:18 en hierna vond de verkiezing van een kerkeraad plaats na voorafgaand psalmgezang, en gebed door ds Raidt. Tot ouderlingen worden toen gekozen: de 41-jarige Jan Jans Elema (zijn vader was schipper te Niehove geweest) en de 51-jarige boereknecht Fokke Karstens Doornbos. Tot diakenen werden aangewezen de 46-jarige grenier (keuterboer) Hindrik Alberts van Wijk en de 31 -jarige verwer Klaas Luitjens Landstra.Ga naar eindnoot8. Werd de eerste kerkeraadsvergadering op 5 december 1850 nog in een schuur onder Niehove gehouden, de tweede, op 23 januari 1851, was al in ‘de pastorie’. Van de gemeente Enumatil werd voor ƒ4 een ‘lesenaar’ gekocht, en besloten werd ‘de eygendom’ te kopen waar de kerk zal staan voor ƒ200 en het huis voor ƒ1600. Even later wordt het bouwen van de kerk aanbesteed voor ƒ2324. Bij KB. van 30 december 1852 wordt de gemeente door de regering erkend. De molenaar Meijer te Visvliet had zich bij de hogere autoriteiten nog beklaagd over het nadeel dat z.i. door de stichting der kerk van de Chr. Afgescheidenen te Niezijl werd toegebracht aan zijn daarbij staande molen. Zijn bezwaren werden afgewezen. Laten we mogen besluiten met het aanhalen van een bericht uit De Stem van 1851. | |||||||
Niezijl.Nadat deze gemeente op de 21e november 1850 onder de leiding van ds F. Strik, predikant te Burum, en ds G. Raidt, predikant te Enumatil, was gesticht, werden weldra aanstalten gemaakt om een kerkgebouw, benevens een geschikte woning voor een predikant daar te stellen, en hiertoe werden, onder Gods zegen, alras gerede harten en milde handen gevonden, en wel zodanig, dat reeds op de 4e mei 1851 de voltooide kerk plechtstatig den Heere kon worden toegewijd door de Hoogleraar T.F. de Haan, die tot tekst had gekozen psalm 122:4-6: ‘Waarheen de stammen opgaan, de stammen des Heeren, tot de getuigenis Israëls, om den naam des Heeren te danken. Want daar zijn de stoelen des gerichts gezet, de stoelen van het huis Davids. Bidt om den vrede van Jeruzalem; wèl moeten zij varen, die u beminnen.’ De door de gemeente beroepen Leraar ds J.J. Mekkes, vroeger predikant te Ezinge, is de 15e juni 1851 door de Hoogleraar T.F. de Haan bevestigd, en heeft des namiddags van die rustdag zijn intrede gedaan, | |||||||
[pagina 228]
| |||||||
naar aanleiding van Col. 4:3: ‘Biddende meteen ook voor ons, dat God ons de deur des woords opene, om te spreken de verborgenheid van Christus, om welke ik ook gebonden ben.’ Groot is het aantal van hen, die nu reeds opkomen om met ons God te aanbidden en te verheerlijken, zodat het ruime kerkgebouw dezelve nauwelijks kan bevatten. Den Almachtige zij de ere in eeuwigheid!Ga naar eindnoot9. |
|