De Afscheiding van 1834 in Groningerland. Deel 2. De classes Appingedam en Pekela van de Afgescheiden kerken
(1976)–Jan Wesseling– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 87]
| ||||||||||||||||||||||||
VII KrewertKrewert ligt enkele kilometers ten noorden van Appingedam. Het minuscule dorpje is reeds zeer oud; in 1246 wordt het al genoemd. In de hervormde kerk staat nog het oudst bespeelbare orgel van Nederland, daterend uit 1532. In de tijd der Afscheiding telde het dorpje slechts 13 huizen met 85 inwoners. En als we de buurtschappen Arwert, de Klip en Nijeklooster erbij rekenen, dan komen we nog maar tot 150 inwoners. Welnu, in dit dorpje heeft een zelfstandige Afgescheiden kerk een moeizaam leven geleid, moeilijk door haar gering zielental. Van 1835-'39 hoorden de leden bij Appingedam, maar in 1839 mochten ze na een gunstig advies van de classis een afzonderlijke gemeente gaan vormen.Ga naar eindnoot1 In genoemd jaar is de gemeente van Krewert voor het eerst door ouderling Johannes Bernardus Emmelkamp, een 40-jarige landbouwer, op de classis vertegenwoordigd.Ga naar eindnoot2 Febe Tymens van der Klip blijkt dan diaken te zijn. Ach, wat was het gemeentetje klein. Het dreef voor een groot deel op de landbouwersfamilie Emmelkamp. Toch werd in 1841 nog een aanvraag om erkenning als Afgescheiden Christelijke Gemeente aan de koning gericht en met gunstig gevolg bekroond (6 juli 1841). Het verzoek was ondertekend door:
Men kerkte in de behuizing van de landbouwer B. Emmelkamp te Krewert, getekend no. 4. Dit was in de boerderij van de vader van de ouderling. Veel weten we niet van het leven der gemeente. Het eerste kerkvisitatierapport over Krewert, dat bewaard is, dateert van 2 juli 1844. Hierin rapporteren de visitatoren ds Mos uit Schildwolde en ouderling L. Busz uit Spijk, dat ‘de ouderling te Krewert nog al tot genoegen der Gemeente, hoewel in zwakheid in de uitoefening zijner bediening werkzaam was’. Ker- | ||||||||||||||||||||||||
[pagina 88]
| ||||||||||||||||||||||||
keraadsnotulen werden niet gemaakt. In 1846 moeten de visitatoren ds Hel. de Cock en ds F.A. Kok uit Garrelsweer, aantekenen, dat er in het laatste jaar in Krewert slechts één keer het Avondmaal is gevierd, omdat de door de classis bepaalde vergoeding voor de predikant, die het Sacrament bediende, te hoog werd geacht. In september 1846 verscheen ouderling J.B. Emmelkamp en diaken L.N. Bierma, een 41-jarige landbouwer uit Krewert op een kerkeraadsvergadering in Spijk ‘om te spreken over het preken van ds J.R. Kreulen in Krewert.Ga naar eindnoot3 Men besloot, dat deze op 15 november in Krewert het Avondmaal zou bedienen en dat op de zondag daarvoor door de ouderling van Krewert een ‘proef-predikatie’ zou worden voorgelezen. Het werd dan aan de gemeente van Krewert overgelaten ds Kreulen iets te geven voor zijn moeite. (Zou dat ‘iets’ verband houden met de slachttijd?). Hoe klein het zielental was, bewijst een notitie in het visitatierapport van 1847: buiten de kerkeraad was er nog slechts één mannelijk lidmaat en daarom kon de jaarlijkse ‘verandering’ van de kerkeraad niet doorgaan. In 1848 vermanen ds J. Kreulen en Th. de With de broeders, omdat ze de vader van een bedeeld gezin, die geen lid is der gemeente, toch tot het Avondmaal hebben toegelaten. Het bleek alles zwak. Geen wonder, dat er stemmen opgingen met Appingedam te combineren. In 1852 kreeg die combinatie op de classis Appingedam haar beslag, al kon de enige ouderling J.B. Emmelkamp dit besluit niet verteren. De classis kwam hem enigszins tegemoet door toe te staan, dat éénmaal per zondag in Krewert ‘gezelschap’ mocht worden gehouden en dat de ouderling en de diaken konden blijven dienen.Ga naar eindnoot4 Het bleek toch te veel voor de ouderling Emmelkamp; het volgende jaar onttrok hij zich aan de kerk.Ga naar eindnoot5 Krewert heeft als zelfstandige Afgescheiden kerk dus bestaan van 1839-1852. |