Uit een voorrede van ‘Pour la musique Française’, (waarin een twaalftal causerieën waren verzameld, die tijdens den oorlog verschillende sprekers te Lyon hadden gehouden).
OP dit moment zelfs, dat Frankrijk zonder onderscheid van bloed noch kaste zijn beste kinderen ten offer brengt, hoort men in zekere kringen vreemde strijdvragen opgeworpen betreffende Beethoven, die - Vlaming of Duitscher - een groot musicus was, en betreffende Wagner, een grooter kunstenaar dan musicus. - Dat weet men reeds sinds lang.
Even goed als dat het daar niet om gaat. - Laten wij onze vrijheid, onze vormen hervinden, en daar wij ze voor het meerendeel zelf hebben gevonden, is het juist dat wij ze bewaren; er zijn waarlijk geen schoonere.
Laten wij ons niet uitputten met het schrijven van symphonieën, waarvoor wij zonder waardeerbaar resultaat onze spieren inspannen. Laten wij, indien noodig, aan de operette de voorkeur geven.
Niet iedereen kan ‘groote muziek’ schrijven - een term zonder bepaalden zin - maar iedereen spant er zich voor in. Vandaar malaise, gewaande