Uren met musici
(1922)–Constant van Wessem– Auteursrecht onbekend
[pagina 79]
| |
Grétry
| |
[pagina 81]
| |
GrétryUit de memoiren van een componistIN het jaar 1795 werden op last van de Nationale Conventie in druk gegeven de ‘Mémoires ou essais sur la musique’ van den citoyen Grétry’Ga naar voetnoot1). Deze mémoires waren door middel van een verzoekschrift, onderteekend door de meest geachte musici van dien tijd (o.a. Méhul, Cherubini, Lesueur en Gossec) aan het Comité d'Instruction publique aanbevolen als zijnde ‘noodzakelijk voor alle jonge musici, die zich met de dramatische kunst bezighouden’; de uitgave in druk behoorde derhalve tot de daden, die den voorspoed der muziek, welken de regeering ter harte nam, bevorderden.
* * *
Modeste Grétry was van Belgische origine, geboren te Luik in 1741, doch vond als componist zijn roem in Frankrijk, nadat hij te Rome zijn debuut als operacomponist had gemaakt. Te Parijs ook trof hij voor het | |
[pagina 82]
| |
eerst geesten, die, naar hij zelf vertelt, ‘met oneindig vernuft’ over zijn kunst wisten te spreken, zooals Diderot, de abbé Arnaud, de schilder Vernet. Hij ontmoette eveneens Jean Jacques Rousseau, die, door zijn instemming met Grétry's muziek, voor het eerst zich verheugd toonde over het werk van een Fransch componist. Even vóór de Revolutie uitbrak had Grétry zijn meesterwerk gegeven, de opera ‘Richard Coeur de Lion’, en hij werd ook door de Republiek met eer overladen. Toen het bekend werd dat Grétry zijn ‘Mémoires’ ging verder schrijven, waarvan het eerste deel reeds was verschenen - in welk deel de geschiedenis van zijn leven stond verhaald - en het plan had in de komende twee deelen naast een verhandeling over de compositie en de muzikale techniek ook een ‘Analyse der hartstochten en karakters’ in te lasschen ten nutte van de dramatische componisten, spanden de voornaamste musici van zijn tijd zich in om deze voor de muzikale cultuur ongetwijfeld zoo belangrijke geschriften gedrukt te laten verschijnen, met medewerking van den Staat. Dit schrijven werd als een nationale daad gehuldigd; maar men wist niet dat Grétry in het schrijven van deze mémoires troost zocht voor den verschrikkelijken slag, die hem getroffen had: het snel opeenvolgend verlies zijner drie dochters. Grétry gaf de volgende toelichting van zijn veel bewonderde ‘Analyse’, als voorrede: | |
[pagina 83]
| |
‘Na langdurig te hebben nagedacht over het stelsel der muziek, dat slechts een vaste basis kan hebben indien de kundigste harmonie en de melodieuse gezangen nauwkeurig overeenstemmen met de accenten der gemoedsaandoeningen, heb ik gemeend dat de jonge musicus slechts tot de ware expressie kan komen, die iedere goede schepping kenmerkt, wanneer hij den mensch, zijn zeden en hartstochten bestudeert en ze leert onderscheiden door de karaktertrekken van hun geaardheid te kennen. Ik had mij kunnen bepalen tot 't zeggen: “Raadpleeg het groote boek der natuur; wees philosoof; lees de goede auteurs die de hartstochten en de karakters hebben beschreven, zij zullen u het menschelijk hart leeren kennen wanneer er in het uwe een geschiktheid aanwezig is voor deze diepe studie”; maar de jonge componist en de jonge artiest in het algemeen, zouden ophouden het te zijn, wanneer zij al hun tijd moesten besteden met de omvangrijke boeken door te gaan, waaruit zij leering zoeken te trekken. Ik heb gemeend hem deze langdurige navorschingen te kunnen besparen door een analyse te geven van de hartstochten en de karakters, waarnaar hij heeft te werken en na ieder hoofdstuk een uitleg | |
[pagina 84]
| |
te laten volgen in de muziek of in de kunst in het algemeen’. Voor ons is vooral dit tweede deel interessant, waarin de ‘Analyse’ voorkomt, welke Grétry als psycholoog en wijsgeer doet kennen en verklaart uit welk een scherpe observatie zijn teekenachtig talent voor de juiste overzetting in muziek van de in woorden gedeclameerde gemoedsaandoeningen stamtGa naar voetnoot1). Veel van wat hij in den vorm van maximes hier uit, zal ons thans wat verouderd aandoen of zelfs oppervlakkig, maar deze samenvatting van zijn inzichten is door haar brillanten toon en de menschelijkheid van haar uitleg toch boeiend. Beginnen wij met eenige der in hun soort zeer moderne inzichten over muziek in het algemeen te citeeren. Vervolgens een paar stukken psychologie en de fameuse twaalf maximes over de vrouwen, en tot slot het roerende en waardige hoofdstuk over den dood van zijn drie dochters, waarvan ik reeds in de inleiding van dit boek sprak. |
|