Uren met musici
(1922)–Constant van Wessem– Auteursrecht onbekend
[pagina 21]
| |
Brief van den 13-jarigen MozartGa naar voetnoot1)Rome, 14 April 1770
IK ben, Godlof, benevens mijn miserabele pen gezond en kus Mama en Nannerl duizend of 1000 malen. Ik wenschte alleen, dat mijn zusje in Rome was, want die stad zou haar gewis goed bevallen, daar de Pieterskerk geregeld is en vele andere dingen in Rome geregeld zijn. De mooiste bloemen dragen zij nu voorbij (het was Corso); dat vertelt Papa me zoo juist. Ik ben een domoor, dat weet men wel. O, ik zit in verlegenheid. In ons kwartier is slechts één bed. Dan kan Mama zich gemakkelijk voorstellen, dat ik bij Papa niet tot slapen kom. Ik verheug mij op het nieuwe kwartier. Nu heb ik juist den Heiligen Petrus met den sleutelbos, den Heiligen Paulus met het zwaard en den Heiligen Lucas met mijn zusje, enz. nageteekend. Ik heb de eer gehad den voet van den Heiligen Petrus in de St. Pieter te kussen, doch daar ik het ongeluk heb van zoo | |
[pagina 22]
| |
klein te zijn, heeft men mij, die zich noemt den ouden Wolfgang Mozart op moeten tillen. |
|