Slauerhoff-herinneringen(1938)–Constant van Wessem– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Voor de kust liggen smalle prauwen... Voor de kust liggen smalle prauwen Langs de oppervlakte gevlijd Over hun spiegelbeelden. De stille zee drinkt de deining, Die badende vrouwen, In haar gewaagd vertrouwen Op eenzaamheid, Niet schromen te laten ontkomen Uit de denkbeeldige omheining Rondom haar zachtzinnige spelen, Aan welke al haar leden Deelnemen, zelf streelend en ook zelf gevleid. Zij schijnen bijeen te hooren, Aaneengesloten Tegen allen die begeerend storen - Vrouwen, golven en booten, Bondgenooten. Door een verlangen vertrouw'lijk, Het mannelijke geweerd - Al wat, veroverd, bezwijkt, Welks schoon ontvliedt zoodra bereikt, Over een stilte gemeerd; En de heele schepping vrouw'lijk. Vorige Volgende