bij zich aan boord van de Zeven Provinciën De Birac, Hugenoot en Fransch overlooper, die zeer goed met de toestanden op Martinique bekend was en hem in zekeren zin van advies diende. Merkwaardig genoeg luistert men niet naar de raad, die De Birac geeft en die, naar achteraf bleek, juist was, men schijnt hem niet geheel vertrouwd te hebben, ja, hij is zelfs uitgelachen, toen hij waarschuwde voor de plaats, waar men wilde landen.
Het punt, dat men kiest, blijkt inderdaad slecht gekozen. Daarachter ligt, in de hoogte, het fort Port Royal, moeilijk te bereiken, maar dat van zijn kant het geheele strand bestrijkt. Waarom landt men hier, bij Culsac en niet bij St. Pierre, zooals De Birac geraden heeft? Ongetwijfeld was Culsac een belangrijk punt, maar de middelen, waarover men zelf beschikt om het te bemachtigen, zijn veel te gering. Eerst heeft men, onder het vuur ook van schepen in de versperde baai, goed verdedigde schanswerken te veroveren; bij de bestorming van het fort moeten de onzen, aangevoerd door Uyttenhove, onder zware verliezen, bestookt o.a. met neergeworpen rotsblokken, wijken. De Ruyter, die zich formeel thans niet meer met de leiding heeft te bemoeien, ziet men ‘onrustig met de handen op den rug over het dek van zijn schip heen en weer loopen’. De Birac, die zelf aanbiedt ter redding van de zaak met eenige troepen aan wal te gaan, krijgt geen medewerking. Ten slotte, daar de expeditie tegen Martinique feitelijk als mislukt kan worden beschouwd door het voorbereid zijn der Franschen, blijkend uit hun krachtige tegenweer, schepen Uyttenhove's troepen