Luigi Russolo zijn opgesteld en waarin wij over de beooging met deze propaganda worden ingelicht.
Een manifest van 21 November 1913, opgesteld door Marinetti, geeft de motieven aan, volgens welke de Fransche literator Jean Cocteau later zijn ‘spectacle-concert’ heeft in practijk gebracht.
Het doet n.l. een beroep op de music-hall, waar de jongleurs, de goochelaars, de Amerikaansche neger-orkesten en de caricaturisten optreden, en wil dit omvormen tot een soort muzikale acrobatie, een soort bewegingskunst die op de muziek tot dans wordt.
De music-hall, zegt het, is de uitstalkast van tallooze vernuft-uitingen, geboren uit het moderne mechanisme. Het geeft een reeks beelden als uit de cinematographie, gelijk vizioenen en onwerkelijke voorstellingen, waarin alle prototypen van het Schoone, het Groote, het Plechtige, het Ruwe, het Verleidelijke en het Verbazingwekkende, door een nieuwe gevoeligheid omgevormd, terugkeeren.
De music-hall, gaat Marinetti voort, geeft de geheele gamma der dwaasheid, der onnoozelheid, der absurditeit, tot aan het dolle toe.
Het geeft analogieën tusschen de menschheid, de dieren- en plantenwereld en de mechanische wereld.
Het geeft de geheele gamma van den lach en den glimlach om de zenuwen te ontspannen. Het is daarom het meest hygiënische van alle schouwspelen door zijn dynamiek van vorm en kleur (gelijktijdige beweging van jongleurs, danseressen, veelkleurige piqueurs, spiraalvormige cyclonen van dans op de punten de voeten). Door zijn dansend, versnellend en meesleepend rythme brengt het de meest trage zielen in beweging.