hebben, d.w.z. of zij kunstmatig blijven of dat zij in overeenstemming blijken met het principe van den natuurlijken basis der harmonieën.
Volgens een toonsysteem van Ferruccio Busoni ontstaat een nieuwe toon-verdeeling, waartoe hij gekomen is vanuit de overweging, dat de beperktheid van het ‘twaalf halve tonen’-systeem te danken is aan een ‘vergeten afstand’, waardoor de intervallen van de opeenvolging der zeven tonen nog anders geordend kunnen worden.
‘Ik heb de poging gewaagd,’ schrijft hij in zijn ‘Neue Aesthetik der Tonkunst’, ‘alle mogelijkheden in de scala der opeenvolgende zeven tonen te verkrijgen, en het gelukte mij door verlaging of verhooging 113 scala van intervallen vast te stellen. Deze 113 scala (binnen den octaaf c - c1) omvatten het grootste deel der bekende “24 gamma's”, daarenboven echter een reeks nieuwe toonsoorten van eigen katakter. B.v. de scala c, des, es, fes, ges, es, b, c, klinkt al aanmerkelijk anders dan de des-moll toonladder, wanneer men c als zijn grondtoon aanneemt. Schuift men er nu nog den gewonen c-dur-drieklank als harmonie onder, dan verkrijgt men een nieuwe harmonische gewaarwording.’
Een Russisch hervormer, Alexander Scriabine, gebruikt in zijn werk de volgende nieuwe gamma, die hij gevormd heeft uit de natuurlijke harmonische boventonen van c (boven de c tusschen den 3den en den 4den lijn van den vioolsleutel):
c, d, e, fis, a, bes.
Deze gamma zoekt dus, als bij Debussy, de verhouding van het ‘harmonisch centrum’ tot den toon, in een opeenvolging der tonen te herstellen. Gegarandeerd door de natuurlijke boventonen acht Scriabine b.v. dit akkoord, dat hem bij zijn gamma tot basis diende, een volkomen consonant: