wij niet begrijpen. Want alleen door een begrijpen zal men zich een oordeel kunnen vormen.
Zoo ook bij de moderne compositie.
Ge verstaat den modernen vorm dier compositie niet, zegt ge.
Ge verstaat hem niet omdat hij niet is een vorm, zooals u die vertrouwd is bij een muziekstuk, die u een ontwikkeling laat zien b.v. van een thema, een tegen-thema, een doorwerking, een herhaling, een coda. Gij kunt geen melodie volgen, die later weer terugkeert, geen stemvoering die duidelijk hoorbaar de thema's ‘verwerkt’. Geen van die interessante methoden, die wij fuga, canon, enz. hebben genoemd, en die dienen om de muziek steeds en overal goed als een systeem van geijkte vormen te blijven herkennen. Gij zijt er ten slotte zoo aan gewend dat ge zelf niet meer merkt dat uw geheele muziek-oordeel zich hiervan heeft afhankelijk gesteld.
Maar het was toch waarlijk geen anarchie of overmoed, die de modernen er toe leidde, om, na de vormen, die voor de vroegere componisten pasklaar waren, ondoelmatig te hebben bevonden, zelf hun ‘waarheden’ te gaan onderzoeken. Bovendien zult ge na eenige toelichting wel bemerken, dat er een zeer logische wording achter de ‘onverstaanbare’ vormen schuilt, een controleerbare ontwikkeling, welke in de muziek zelf uitkomt.
Er is ook geen andere mogelijkheid. Ook de moderne componist gehoorzaamt aan die algemeene ontwikkeling, welke de geheele cultuur van de menschheid beheerscht. En evengoed als hij in de aard van zijn muzikale intelligentie het product-zijn van zulk een algemeen-menschelijke ontwikkeling verraadt, verraadt zijn kunst haar herkomst uit een ontwikkeling der muziek, die de geheele scala der ‘vondsten’ van vroeger heeft doorloopen, die in een voortgang van uit de primitieve staat door de Renaissance en over mannen als Beethoven heen, is gevoerd. Bovendien ervoer het oor van den modernen musicus, hetzij door associatie, hetzij door studie, dat geheele vroegere stadium der muziek. Welk bestanddeel in de kunst der modernen niet voorbijgezien mag worden, wanneer wij