Ach, de kleine Caridad....
Met een verbonden hoofd lag zij in het hospitaal. Het booze paard had haar een trap tegen het gezicht gegeven, nadat hij haar uit het zadel had gegooid.
Het was een slecht paard. Hoe was het mogelijk, dat de pikeur die kwaadaardige merrie van stal had kunnen halen. Ja, zij heeft al meer kuren gehad, zei hij. Maar het was onverantwoordelijk geweest. Ieder die aan haar bed stond, deed even verontwaardigd. Victoria en Cora waren met bloemen en bonbons gekomen, en ook Jeroen en Harry.
Arme Caridad. Haar aardige gezicht zou voorgoed geschonden zijn. Nog wist zij het zelf niet, het verband bedekte haar voorhoofd en haar linkeroog. Gelukkig werd de pijn wat minder.
Toen kwam het lang vertraagde oogenblik. Het verband ging er af en Caridad wilde zien. Zoo kalm mogelijk hield de verpleegster haar den spiegel voor. Caridad zag haar gehavend voorhoofd, met lappen aan elkaar genaaid en haar geschonden linker-wenk-