Hier na volgen eenige Klaegh-dichten, over de bedrieghelijcke valscheydt van Venus; by den selven Autheur gepractiseert, ende in Rijm gestelt. Tot waerschouwinghe van alle Venus-Kinderen, so Knechten als de Maeghden: niet te min, moghen van de ghehoude oock wel ghelesen ende in acht ghenomen worden.