Zeven en twintig stokpaarden(1951)–J.W.F. Werumeus Buning– Auteursrecht onbekendZijnde een aantal verhandelingen, tierelantijnen, oneenigheden, gedichten, reportagies, verhalen, vertalingen en andere wissewasjes over wat de heer Johan Willem Frederik Werumeus Buning in dit leven min of meer oprecht heeft liefgehad en beschreven Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] Het lied van den zeeman Romance del Conde Arnaldos Wie verviel ooit avonturen Waar de zee haar golven slaan, Als graaf Arnaud mocht gebeuren Op den morgen van Sint Jan. Daar zag hij, die ging te jagen Met de jachtvalk op de hand, Een galei die aan kwam varen En er dacht te gaan aan land. Zeilen had zij op van zijde En het tuig van gouden twijn, Van ivoor waren de dekken, En het roer mocht zilver zijn. De zeeman, die commandeerde Liet zijn stem zingen een lied, Dat de wateren kalmeerden En de winden waaiden niet; Visschen die in 't diepe waren, Deed het rijzen uit de zee, Vogels die aan 't vliegen waren Deed het dalen op de ra - - ‘Galera, la mi galera God beware u voor kwaad Voor de wereldsche gevaren Waar de zee met golven slaat; Op de kust voor Almeria; In Gibraltar's nauwe straat; Waar de baai is van Venetië; Waar de Vlaamsche branding staat; Voor de Lyonneesche wateren, Waar zoo menig schip vergaat’ - [pagina 67] [p. 67] Maar hierna sprak de graaf Arnaud, Luister wel wat hij hem zei: - ‘Bij God smeek ik u, gij zeeman, Dat gij dit lied leert aan mij!’ - Hierop antwoordde de zeeman; Dit gaf hij hem te verstaan: - ‘Ik kan dit lied niemand leeren, Dan die met mij mede gaan.’ - Spaansch, XVe eeuw Uit: Elsevier's Weekblad. Vorige Volgende