gekregen. En of het lot, dat hen bij hun geboorte bestemd heeft om te werken in ijzer en muziek, de een meer gaf dan den ander gaat ons hier minder aan, dan dat zij allen van eenzelfde soort zijn, en van de soort die de beste ter wereld is.
Men kan een veldslag berekenen, en een schip, maar op een gegeven oogenblik houdt de werking der cijfers op, en het menschelijk instinct geeft den doorslag, het zesde zintuig.
Goedkoop's ingenieurs berekenen met alle exacte wetenschap een kraan. Zij wordt geteekend en men legt hem de papieren voor.
‘Zij lijkt mij hier te licht’, zei Daniël Goedkoop met zijn vinger op de teekening.
Men rekende de cijfers over, en ze kwamen precies uit.
‘Dat zal wel’, zei Daniël Goedkoop, ‘maar zij lijkt me daar te licht’.
Men rekende dan nog een keer, maar het kwam al weer precies uit en de kraan werd gebouwd.
Na den eersten harden Zuidwesterstorm dat die kraan op de werf stond was zij geen kraan meer maar een in elkaar gedraaide stapel ijzeren binten. Er is iets in den wind dat men niet berekenen kan als men het niet in zijn vingers voelt voor hij er is, en een ervaren menschenoog is soms, Gode zij dank, nog meer waard dan een logarithmentafel. Waarmee geen kwaad gezegd is van de logarithmentafel of eenige andere cijferlijst.
Maar Lindbergh vloog den oceaan over met zijn zesde zintuig, meer dan met zijn instrumenten, en wanneer Fokker het model van zijn nieuwste machine voor zich krijgt, zegt hij:
‘Hier iets lichter en daar iets zwaarder’. En dan wordt het lichter of zwaarder, omdat hij onbewust en instinctmatig cijfert met een coëfficient die een ander niet becijferen kan, en hij zelf op papier evenmin.
Zoo heeft een oude Phoenicische scheepsbouwer eeuwen voor Christus het eerste door zijn zoon gebouwde schip bekeken en gezegd: ‘Een voet meer mast’. En zoo is koning Olaf de Schoone volgens de legende den romp van zijn fraaiste drakenschip op stapel met den bijl te lijf gegaan dat de spaanders vlogen en hij zei: ‘Dat kan er af’.