Ja, waarachtig: van zuidelijk gezien, een allemachtig oude man als een rotsbeeld van steen met een starre baard. Je zou kunnen zeggen, een profeet van het Oude Testament, ietwat verborgen in morgenmist en dampen.
‘Nou. En dan, vijf minuten verder gevaren, en met de nieuwe val van het licht?’
Ja! waarachtig: een grauwe stenen leeuw, met grauw glinsterende manen. Een leeuw, in het water, in zee. Een zeeleeuw.
Maar het is alweer anders. De leeuw, bij andere koers, is een sfinx geworden: zij ligt met lange stenen klauwen over de rots São Vicente te bewaken, laag op een steen in zee. Seconden en eeuwen. Jagend water op de kust, blikkerlicht, schaduw en zon, en kaap São Vicente vervagend in damp en nevel, en altijd jonge gelederen water te pletter slaande met stuivende witte grauwe en glinsterende pluimen op slecht rotsig strand en hoge kust.
Strijdwagens van Farao; Waterloo, witte kurassiers van de garde; Rotterdam met rennnende mariniers op de zwarte brug; Patton stormend met grauwe tanks; Montgomery, kastijder in de woestijn. En een rots met een klooster, een sfinx, een heilige, een leeuw in het water, al naar de val van het licht.
São Vicente is een hoek van de wereld waar een seconde een eeuwigheid kan wezen, voorbijgaande met de gelederen der golven.
‘En het was nog mooi weer ook, anders hadden wij meer onstuimigheid en minder poppetjes van de steen gezien...’
Wij kwamen dan tegen de nacht voor Lissabon. De maan scheen sterk en helder door hoog en gebroken zwerk, de rooksliert achter de ‘Iris’ verduisterde licht water en lage sterren. Wij lagen te stakelen, en de loods wou niet, en toen wou de loods weer wel. Het dek lag glimmend onder de lamp; kwam hij nou stuurboord of kwam hij nou bakboord? En de kust, dat beloofde land, was een wirwar van lichtjes. Nog poëtischer gezegd, een sterrenzwerm laag over land. Maar de ene helft van de sterren was militair vliegveld, en de andere helft verkeer, en de derde helft Amerikaanse, nou ja, Portugese wagens op de kustweg, en de rest echte sterren. Want de bovenlucht ging al betrekken.
En daar was dan de loods. Het licht scheen door flarden haastige wolken zilveren vijvers op zee; eilandenrijken, zo gezien, zo vergaan, zoals de maan speelt op zee.
De loods rochelde, en spuwde als een heer eerst over bak- en dan over