de baas uit het waar kapellenland, van San Lucar de Barameda. Ik zou, zei ik, later op de middag gaarne een paar liters komen kopen...
‘Neen,’ zei de knecht achter de tapkast, ‘dat gaat niet.’
‘Dat gaat niet? Dat gaat niet? Waarom gaat dat niet?’
‘Omdat er niet is.’
‘Maar,’ zei ik, met het glaasje in de hand, ‘het is er toch?’
‘Het is er voor de klanten; maar niet in het groot. Het is schaars. Het is in hoeveelheid niet te verkopen in de kwaliteit die UEd. gewend is.’
‘Maar,’ zei ik na enige aarzeling, aangemoedigd door een teugje en bedorven door de manieren der westerse beschaving, ‘als ik dan eens wat meer betaal?’
‘Neen,’ zei de knecht achter de tapkast, ‘de heer begrijpt het niet, er is géén manzanilla genoeg in de kwaliteit die UEd. begeert te drinken, om UEd. per liter te verkopen.’
‘Roep dan de baas eens,’ zei ik dom.
Hij haalde de schouders op, en de baas verscheen.
Een heer. ‘Ik zou...,’ zei ik.
‘Neen,’ zei hij.
‘En als ik nu,’ zei ik, nog dommer, ‘het dubbele betaal...’
‘Ued. lijkt wel een Amerikaan,’ zei hij, ‘terwijl UEd. toch weet wat goede manzanilla is. Kwaliteit is niet te koop. Er is niet genoeg, behalve voor de klanten. Mag ik UEd...’
‘Gaarne,’ zei ik. En wij dronken nog een kelkje van de voortreffelijke, die niet te koop was. Ik had het gevoel dat hij mij lichtelijk minachtte, of tenminste ietwat als een barbaar beschouwde.
Ik moest onverwachts weer aan de eerlijke, oude ogen van Rosa denken. Er zijn kwantiteit en kwaliteit op de wereld; ik had het, overigens, niet voor het eerst meegemaakt, dat goede wijn niet te koop was. Ik dacht aan de oom Maxime in Meursault, aan een zekere heer Pic in Chablis, en aan een zeker herbergiertje in Bonanza; eerlijke mensen zijn even schaars als eerlijke wijn, en het hart slaat een slag over als men ze tegenkomt, in deze tijd.
‘Eigenlijk,’ dacht ik, na het hoge en vergulde standbeeld van Christoforus Columbus op zijn zuil weer gepasseerd te zijn en de douane op de kade, ‘is het een compliment voor Spanje, en voor mij, dat men mij geen manzanilla heeft willen verkopen. Maar daar zit ik met mijn lege tamezaantjes...’ (Een internationaal economisch probleem, en meer dan dat: kwaliteit en kwantiteit...)
De ‘Iris’ lag in een stofwolk van lossen en laden. ‘Denkt u dat wij