te koop en te glimmen; de sigaren zijn miraculeus goed, en de cocacola, die ook hier naar dode muizen smaakt, is koud, ook in het geringste cafeetje achter de schermen van gespleten bamboe. Manta is een aardige haven om kennis te maken met de nieuwe wereld.
Guayaquil, de grote haven van Ecuador, maakt u onrustiger. Ten eerste was er van de drie grote vuren op de Ecuadorische kust geen een aan, en van Sta Elena en Sta Clara was dat nogal erg, zo ongeveer of IJmuiden en de Maasmond blind waren.
't Is burgerlijk vertaald, of ge ergens ten eten zijt gevraagd en de deur dicht vindt (vermenigvuldigd met de factor levens- en scheepsgevaar). Men wist dat wij kwamen; wij hadden ons gemeld...
‘Ja, maar ze waren kapot,’ zeiden zij later.
‘Had u een telegrammetje moeten sturen dat het kapot was...’ zeiden wij.
‘Tja...’ zeiden zij; maar ze waren kapot...’
De stad Guayaquil ligt vele uren varens het land in aan een gevaarlijke tij-rivier. De boeien waren kiele-kiele, en de rivier vol banken en boomstammen.
Maar het is een stad, als men er aan de wal gaat, die rijk en royaal is opgezet met brede straten en boulevards, bloemrijke parken en groen bronzen standbeelden waarin en waarop de kinderen krijgertje spelen. Dit, wat de royaliteit betreft, komt vanwege een grote brand, die een ondernemend burgemeester vele jaren geleden zijn kansen gaf. Stadsplan alle eer. Het is Ecuador nadien soms voor en soms tegen den vleze gegaan, vanwege de een of andere kever in de cacaoboom. Men ziet dan ook een stad die na grote voorspoed zware tegenslag heeft beleefd, en thans weer vol moed is. Zij is een vermakelijk mengelmoes van houten bouwvallen en droevige buurten, stenen bouwwerken in alle stijlen - zo als daar zijn een Moorse toren, een stuk van de Scheveningse Galerij, een en ander uit Brussel, Berlijn en Parijs, mitsgaders over moderne betonblokkendozen een kathedraal van bamboelatten, ijskastenwinkels en winkels van spiegels, in meer dan levensgroot formaat en lapjesbazaars van anno dazumal. En, overal en overal, dat vervloekte derderangs plastic, dat hier - let wel, lezer, - veelal bestoft ligt in de etalages. Gedwongen inkoop, en geen afzet.
Het is een heerlijke stad om het spel van ‘ik zie, ik zie...’ te spelen. De straatgoten zijn opvallend diep: dus slagregens, te gezetter tijd.