Verzamelde gedichten(1970)–J.W.F. Werumeus Buning– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 417] [p. 417] Droom, van de vlinders Vier engelen vliegen mijn venster in, Lachend en zingend en schertsende; Eensklaps staan zij stil naast elkander, Ernstig, met hoge witte vlerken Bevende, en spreken mij aan: Gij, gezegende onder de mensen, Wij komen tot u met een klein geschenk, Wij brengen u vier witte vlinders In de milde wereldse voorjaarsmorgen, Opdat gij de werken Gods moogt verstaan. Zie, en zij openden witte handen, Waar op elk een witte vlinder zat, Spoedig weg in de heldere hemel. Dit is een geschenk van gij weet wel wie, Zeiden zij, een teken der liefde, Die u wacht, en gij weet wel waar. Even eensklaps zijn zij verdwenen, Even lachend en zingend en schertsende, Naar een andere boodschap. In het huis Was verwondering, zuivere geur als van kruiden, En de stilte als na welkom bezoek. Vorige Volgende