Verzamelde gedichten(1970)–J.W.F. Werumeus Buning– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 409] [p. 409] Ogenblik Onheilspellende, de maan Uit het duister gebergte der wolken Ziet men met haar blinkende licht Plotseling verschijnend. Wreed van glans als het scherpe zwaard Van een godin die op aarde recht heeft Daagt zij op aan den rand der bossen, Klaar tot den aanval. Op den landweg twee magere ossen Trekken een wagen waarin een kist ligt; Op den weg naar het godsgericht Blaffen de honden. Dood gaat om, de verschrikte vogels Vliegen weg uit het slaap-geboomte, Eeuwigheid, voor een ogenblik Heerst op de aarde. Vorige Volgende