Verzamelde gedichten(1970)–J.W.F. Werumeus Buning– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 288] [p. 288] Ballade van de ringen Een ring ligt ergens in het land Begraven aan een kleine hand, Gezet met éne diamant. Wie telt de korrels van het zand, Ontelbaar zijn de milliarden... Wie telt de bloemen bij den dood, Wie telt de dode nachtegalen En de zangvogels in het veld. Wie telt de ringen van de vorsten, Wie telt de graven; wie het brood Dat priesters ter genade gaven, Wie telt de wijn die men vermorste Van vreugd, van leed, wie telt de zalen Van de paleizen, wie de wijzen, Wie de milliarden van den dood. Wie telt de korrels van het zand, Ontelbaar zijn de milliarden, Wie telt der ringen diamant, Wie de saffieren, de opalen Van Thaïs, wie telt Scheba's goud, Salomo's wijsheid, wie de woorden Van de gebeden, wie de flarden Der bedelaars, wie in het woud De takken, wie telt de vermoorden, Wie telt der sterren diamant. Wie telt aan 't firmament de flarden Der sterrennevels die Gods wind Wentelen doet, de milliarden Van korrels zaad, die strooit zijn hand [pagina 289] [p. 289] Wie telt het licht in deze zalen Wie telt de cirkels, de ovalen, De onzichtb're ringen van het licht, De engelen voor Gods aangezicht, Wie telt de korrels van het zand Wie telt van 't firmament de flarden. Wie telt de ringen van het licht Wie telt den duur der eeuwigheid Wie telt de uren, de seconden Wie telt de korrels van het zand Wie telt de sterren die verstarden, Wie telt de engelen op hun ronden Wie telt de mensen en hun zonden Wie telt wat Hij nog voorbereidt, Wie telt de raadselen van het licht, Ontelbaar zijn de milliarden. Een ring ligt ergens in het land Begraven, aan een kleine hand Wie telt de korrels van het zand Wie telt genaden van Gods hand Ontelbaar zijn de milliarden Wie telt de woorden die ik hoorde Wie telt de tranen die verstarden, De korrels zand, die uit Gods hand Een ring van ringen zijn geworden: Een ring, en éne diamant. Vorige Volgende